• Algemeen: verkeerszaken (V 1.0 t/m V 1.6)

    Introductie Letselschade Info Wijzer

    Voor slachtoffers:

    Wanneer u een ongeval heeft gehad waarbij u letsel heeft opgelopen en waarvoor een ander aansprakelijk is, kunt u schadevergoeding vragen aan de veroorzaker van dit ongeval.

    Misschien heeft u kosten gemaakt zoals het moeten huren van krukken of heeft u huishoudelijk hulp moeten inschakelen. Of wellicht krijgt u uw salaris niet of niet helemaal doorbetaald, omdat u niet kunt werken. Het kan ook zo zijn dat uw herstel niet zo voorspoedig verloopt als u had gedacht of dat u niet volledig geneest van het opgelopen letsel.

    Wanneer u niet binnen enkele maanden helemaal bent hersteld (ten opzichte van vlak voor het ongeval), is het erg belangrijk dat u een belangenbehartiger inschakelt. Een belangenbehartiger kan u bijstaan bij het verhalen van uw schade en u adviseren over de juridische aspecten van uw zaak. Kijk voor meer informatie over belangenbehartigers op de website bij: wie kan mij helpen.

    Bij de behandeling van een letselschadezaak en het vaststellen van de hoogte van de passende schadevergoeding, moeten verschillende vragen worden beantwoord. Hiervoor is informatie nodig. Veel van die informatie zal de verzekeraar die de schadevergoeding moet betalen, bij u, het slachtoffer, opvragen.

    Het moeten beantwoorden van (veel) vragen kan echter belastend zijn voor u. Zeker als voor u niet duidelijk is waarom bepaalde vragen worden gesteld of waarom u bepaalde informatie zou moeten verstrekken.

    Op dit deel van de website van De Letselschade Raad vindt u ter ondersteuning van de vele vragen die op u af kunnen komen, de "Letselschade Info Wijzer". Deze Info Wijzer is een checklist waarin u per onderwerp uitleg vindt waarom men bepaalde vragen aan u kan stellen en wat het belang van de opgevraagde informatie is. Daar waar dat belangrijk kan zijn, staat ook vermeld wanneer het juist niet noodzakelijk is om de gevraagde informatie te verstrekken. De checklist vormt op deze manier een hulpmiddel bij het beoordelen van het opvragen van informatie.

    Voor dienstverleners:

    Het gebruik van de Letselschade Info Wijzer kan voor bedrijven in de letselschadepraktijk (met name voor verzekeraars) een hulpmiddel zijn bij de uitleg aan een slachtoffer waarom zij bepaalde informatie van hem of haar wenst te ontvangen.

    Door in de lijst aan te klikken welke informatie men wil hebben, verschijnt er een tekstblok in beeld. In dit tekstblok verschijnt uitleg over het belang en de noodzaak van de gevraagde informatie. Organisaties kunnen de Info Wijzer zo gebruiken om een toelichting 'op maat' samen te stellen voor slachtoffers.

    Het is mogelijk om een enkel onderwerp met uitleg aan te klikken en uit te printen. Het is ook mogelijk om een checklist op maat samen te stellen. Meerdere aangeklikte onderdelen zijn te genereren in een lijst die vervolgens als pdf-document digitaal kan worden verstuurd of op papier kan worden uitgedraaid.

    De informatie wordt alleen gebruikt om het betreffende formulier te printen en wordt niet opgeslagen in een database. De privacy blijft hiermee gewaarborgd.

    Algemene achtergrond

    De Letselschade Info Wijzer is bedoeld als hulpmiddel om het slachtoffer voor te lichten over het belang van het verstrekken van informatie. De checklist is eveneens functioneel voor de professionele dienstverlener, die de informatie 'op maat' kan opvragen.

    Slachtoffers ervaren het verstrekken van veel informatie vaak als belastend en krijgen vaak geen goede uitleg over de reden waarom de informatie moet worden verstrekt. In deze Info Wijzer kunnen slachtoffers lezen wat het belang van bepaalde vragen is, die hen bij de afwikkeling van een letselschade kunnen worden gesteld en in welke gevallen het niet noodzakelijk is om informatie te vragen.

    De Gedragscode Behandeling Letselschade reikt spelregels aan op het gebied van een transparante en harmonieuze schaderegeling. Deze spelregels zijn van toepassing op de relaties tussen slachtoffers, verzekeraars en belangenbehartigers.

    Een voorbeeld om teksten van de website correct weer te geven staat hieronder beschreven.

    Bron: De Letselschade Raad, Na een verkeersongeval, informatie over zaken waarmee u te maken kunt krijgen na een verkeersongeval.

    • V 1.0 Vaststellen aansprakelijkheid

      • V 1.1 Aansprakelijkstelling

        Voor de aansprakelijke verzekeraar is de (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling van belang. Onder andere voor:
        1. het in behandeling nemen van de schade;
        2. de beoordeling van de aansprakelijkheid;
        3. de beoordeling van de verjaring en
        4. de stuiting van de verjaring.
        Het verzenden van de (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling is de start van de behandeling van de letselschade. U verzendt (per aangetekende post) de (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling naar de andere partij en/of zijn verzekeraar. Vergeet niet voordat u de (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling verstuurt een kopie van de originele (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling te maken voor uw eigen dossier. In de (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling probeert u zoveel mogelijk relevante gegevens te vermelden van u en van de tegenpartij zoals: naam; adres, postcode en woonplaats; gegevens van de aansprakelijke verzekeraar polisnummer; kenteken; omvang en aard van de schade en reden waarom u de andere partij aansprakelijk acht. Wettelijke rente is een soort schadevergoeding, die een schuldeiser in rekening mag brengen als de schuldenaar te laat is met betalen. De wettelijke rente "loopt" in letselschade zaken veelal automatisch vanaf het moment dat de schadevergoeding verschuldigd is. De wettelijke rente behoeft dus niet in de aansprakelijkstelling "aangezegd" te worden. Naast het toezenden van de (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling naar de andere partij (betrokken bij het ongeval) is het aan te bevelen hiervan een kopie samen met een kopie van uw schadeformulier toe te zenden aan de aansprakelijke verzekeraar.
      • V 1.2 Europees schadeformulier

      • V 1.3 Politierapport / proces verbaal

        1. Registratieset/politierapport: Gestandaardiseerd formulier dat door de behandelende politieambtenaar wordt opgemaakt als deze een verkeersongeval opneemt. In het formulier worden kenmerken van voertuigen, betrokkenen, getuigen en het verkeersongeval opgenomen, inclusief een situatieschets. (bron: Aanwijzing verkeersongevallen, Staatscourant 28 maart 2008, nr. 61) 2. Proces verbaal: Een ambtelijk verslag opgemaakt voor een mogelijke strafrechtelijke vervolging. Een registratieset is onderdeel van het proces verbaal en kan duidelijkheid verschaffen over de vraag wie aansprakelijk is voor het ongeval. Een proces verbaal wordt doorgaans opgemaakt wanneer:
        1. sprake is van een ernstige overtreding van de verkeerswetgeving,
        2. zwaar lichamelijk letsel of dood het gevolg was,
        3. medische behandeling noodzakelijk is en/of
        4. er sprake lijkt te zijn van alcohol- en/of drugsgebruik.
        Daarnaast kunnen in een proces verbaal getuigenverklaringen zijn opgenomen. De politie streeft er naar het rapport binnen 2 tot 3 weken af te geven. In de praktijk blijkt vaak dat het langer duurt voordat een registratieset/ proces verbaal beschikbaar is. Voor de beoordeling van de aansprakelijkheid en/of eigen schuld kunnen beide partijen het politierapport opvragen. Indien melding is gemaakt van bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld alcohol/niet dragen gordel/hard rijden/getuigen) kunnen partijen eveneens besluiten om het politierapport en/of proces verbaal af te wachten voor de beoordeling van de aansprakelijkheid en/of eigen schuld. Wanneer bijvoorbeeld geen melding is gemaakt van bijzondere omstandigheden, de aansprakelijkheid duidelijk is en/of de lezingen van partijen komen overeen, is het in principe niet nodig dat (één van de) partijen een politierapport opvragen.
      • V 1.4 Getuigenverklaringen

        Getuigenverklaring

        De getuigenverklaring is een mondelinge en/of schriftelijke verklaring van een persoon. Deze persoon heeft bijvoorbeeld iets gehoord of gezien. Hij of zij kan iets verklaren over de toedracht, de omstandigheden van het ongeval en de aansprakelijkheid. De getuige kan bijvoorbeeld zijn:
        • een willekeurige derde;
        • een bestuurder;
        • een inzittende en
        • een ander (in)direct betrokken persoon, die zich op de plaats van het ongeval bevond ten tijde van het ongeval.
        De verzekeraar vraagt de getuigenverklaring op wanneer bijvoorbeeld nog niet alle feiten van het ongeval voldoende duidelijk zijn. Deze feiten zijn nodig voor het vaststellen van de aansprakelijkheid. Als de verzekeraar alle gegevens voor de beoordeling van de aansprakelijkheid al in bezit heeft, dan kan hij ervan afzien om de getuigenverklaringen op te vragen.
      • V 1.5 Verkeersongevallen analyse door de politie

        Een verkeersongevallen analyse (VoA) geeft de omstandigheden van het ongeval aan, zoals de politie deze direct na het ongeval heeft aangetroffen. De VoA kan duidelijkheid geven over de aansprakelijkheid. De verkeersongevallen analyse dienst van de politie heeft als taak het vastleggen van de omstandigheden van het ongeval, tijdstip/weersgesteldheid/remsporen/(stand/technische status van de) voertuigen. Dit alles legt de politie vast in een rapport en geeft een reconstructie van wat is gebeurd. De verkeersongevallendienst van de politie komt in principe naar de plaats van het ongeval bij ernstige ongevallen, ongevallen met zwaar letsel en/of dodelijke afloop. Het opgestelde rapport maakt deel uit van het proces verbaal. Indien de feiten, die ten grondslag hebben gelegen aan het ongeval, voldoende duidelijk zijn voor de beoordeling van de aansprakelijkheid, is het opvragen van de VoA in principe niet nodig. Er bestaan expertisebureaus die in hun bedrijfsnaam of in de titel van hun rapport verkeersongevallen analyse vermelden. Deze expertisebureaus verrichten een toedracht- en/of technisch onderzoek (zie V 1.6 en/of V 1.7) achteraf en kunnen dit eveneens een verkeersongevallen analyse noemen.
      • V 1.6 Toedrachtonderzoek door expertisebureau's

        Dit onderzoek is gericht op het verschaffen van duidelijkheid over de omstandigheden van het ongeval. Het onderzoek kan zich richten op:
        • het horen van betrokken partijen;
        • horen van getuigen;
        • een feitenonderzoek en/of
        • reconstructie van het ongeval.
        Een toedrachtonderzoek kan in opdracht van u en/of de aansprakelijke verzekeraar plaatsvinden. Een expertisebureau verricht het onderzoek. Ook de politie kan een toedrachtonderzoek verrichten maar in de praktijk is dit een verkeersongevallen analyse (zie V1.5). Het verschil tussen beide onderzoeken is dat de politie vaak direct na het ongeval het onderzoek verricht en het expertisebureau enkele dagen/weken/maanden na het ongeval. Een toedrachtonderzoek wordt verricht en/of gevraagd wanneer de omstandigheden van het ongeval niet voldoende duidelijk zijn voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. Indien bijvoorbeeld de schadeaangifteformulieren, het politierapport, de getuigenverklaringen en/of andere informatie voldoende duidelijkheid geven dan kan de verzekeraar ervan afzien om het toedrachtonderzoek op te vragen en/of te laten verrichten.
      • V 1.7 Technisch onderzoek

        Een technisch onderzoek is een onderzoek aan de betrokken voertuigen, objecten en/of naar de sporen. Afhankelijk van de opdracht geeft het onderzoek duidelijkheid over de status van het object voor en/of na het ongeval (bijvoorbeeld gladde banden/gebruik gordel/airbag/mate van onderhoud) en/of de sporen van het ongeval. Dit technisch onderzoek kan in opdracht van u en/of de aansprakelijke verzekeraar worden verricht door een expertisebureau. Ook de politie kan een technisch onderzoek verrichten. Dit onderzoek maakt vaak deel uit van de verkeersongevallen analyse en/of proces verbaal. Noodzakelijk is dat het object voor dit onderzoek ter beschikking wordt gesteld. Veranderingen of reparaties aan het beschadigde object geven mogelijk een onzuiver beeld van de omstandigheden van het ongeval. De aansprakelijke verzekeraar vraagt de uitkomst van het technisch onderzoek op indien geen duidelijkheid bestaat over de omstandigheden van het ongeval voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. Deze duidelijkheid blijkt bijvoorbeeld niet uit de schadeformulieren, politierapport, expertiserapport en/of getuigenverklaringen. Geeft een van de voornoemde gegevens wel duidelijkheid over de omstandigheden van het ongeval dan kan de aansprakelijke verzekeraar ervan afzien om het technisch onderzoek op te vragen.
      • V 1.8 Weerbericht / voorspellingen

        Onverwachte veranderingen in de weersomstandigheden (plotselinge rukwinden/regen/gladheid/sneeuw) kunnen van belang zijn voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. Indien de andere partij is overvallen door deze onverwachte verandering in weersomstandigheden, kan de andere partij mogelijk een beroep op overmacht doen. Deze informatie kan van belang zijn voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. Zie ook: www.knmi.nl
      • V 1.9 Strafrechtelijk vonnis

        Een strafrechtelijk vonnis is een uitspraak van de strafrechter waarin deze onder meer oordeelt of de andere partij het ten laste gelegde feit heeft begaan. Soms wordt iemand weliswaar aangemerkt als verdachte van een overtreding of misdrijf, maar staat het niet vast of hij het ten laste gelegde feit ook daadwerkelijk heeft begaan. Een beslissing van de strafrechter geeft duidelijkheid over de omstandigheden van het ongeval, betrokkenheid en/of schuld in strafrechtelijke zin. De verzekeraar vraagt de beslissing van de strafrechter op omdat die ook van belang kan zijn voor de beoordeling van de civielrechtelijke (burgerrechtelijke) aansprakelijkheid. Bij de verzekeraar kan onduidelijkheid bestaan over onder andere de aansprakelijkheid, causaliteit en/of feiten die ten grondslag liggen aan het ongeval. Civielrechtelijke (burgerrechtelijke) aansprakelijkheid betekent niet automatisch dat het feit ook volgens het strafrecht strafbaar is. Daarnaast leidt een strafbaar feit niet altijd tot civielrechtelijke aansprakelijkheid.
      • V 1.10 Gegevens tachograaf / black box

        Op deze informatiedrager staan gegevens met betrekking tot de gereden snelheid van het voertuig evenals de rij- en rusttijden van de chauffeur van het voertuig. Een overtreding van de wettelijk toegestane snelheid en/of de rij- en rusttijden is terug te vinden op deze informatiedrager. De gegevens van de Tachograaf/ Black Box worden opgevraagd om na te gaan dat de gereden snelheid en/of de rust- en rijtijden van invloed kunnen zijn geweest op het ontstaan van het ongeval. Wanneer de aansprakelijke verzekeraar een vermoeden heeft dat een bestuurder zich niet heeft gehouden aan de wettelijk toegestane snelheid en/of de rij- en rusttijden, vraagt de verzekeraar de informatie op. Indien duidelijkheid bestaat onder andere over de snelheid, rij- en/of rusttijden is het in principe niet nodig dat de verzekeraar deze informatie opvraagt. Die duidelijkheid kan bijvoorbeeld blijken uit het politierapport, getuigenverklaring en/of proces verbaal.

      V 2.0 Materiele Schade

      • V 2.1 Beschadigd object ter beschikking houden

        oor de vaststelling van de materiële schade door de reparateur of expert. Het is aan te bevelen dat u het beschadigde object bewaart zolang de schade hieraan niet is vastgesteld en/of afgewikkeld. Reparatie van een beschadigd object is niet toegestaan zolang de expert de schade niet heeft vastgesteld. Overigens kunt u een kleine schade in overleg met de verzekeraar wel laten repareren. Iedere verzekeraar heeft een ander vastgesteld bedrag voor een kleine schade. Bij veel verzekeraars is de omvang van een kleine schade vastgesteld tussen de € 250 en € 500. Indien de schade het vastgestelde bedrag overstijgt, dient een expert de schade vast te stellen. Zolang de aansprakelijkheid niet is erkend, is het raadzaam om het object in de huidige staat te behouden. Indien u besluit de schade te laten repareren al dan niet met erkenning van de aansprakelijkheid, treedt u dan eerst in contact met de aansprakelijke verzekeraar.
      • V 2.2 Aankoopnota

        De aankoopnota is een bewijs van aanschaf. Op de aankoopnota staat vermeld onder meer de datum van aanschaf, wijze van betaling, bedrag van aankoop en/of de garantie. Voor de bepaling van de omvang schade is de aankoopnota van belang. Schade wordt in principe vergoed tegen dagwaarde of herstelkosten. De dagwaarde is de waarde van een zaak in de staat waarin deze zich op een bepaalde dag (bijvoorbeeld de dag voor het voorval/ongeval) bevindt. Het is dus mogelijk dat u voor de dagwaarde geen gelijksoortig nieuw object kan terugkopen. Veelal vraagt de aansprakelijke verzekeraar de aankoopnota op wanneer het een kleine schade betreft en/of u het beschadigde object inmiddels hebt weggegooid. Het inschakelen van een expert is soms duurder dan het vergoeden van de schade. Vandaar dat een verzekeraar soms alleen de aankoopnota opvraagt.
      • V 2.3 Garantiebewijzen

        Een garantiebewijs geeft duidelijkheid over welke schade door de verkoper dan wel producenten gedurende een bepaalde periode wordt vergoed of hersteld.
      • V 2.4 Reparatienota / huurnota

        De reparatienota is een nota waarop staat vermeld wat de kosten waren van het herstel van het beschadigde object. De huurnota is een nota waarop staat vermeld wanneer en hoelang u een vervangend object hebt gehuurd en wat u hiervoor heeft betaald. Deze informatie is van belang voor de vaststelling en eventuele vergoeding van de schade die u vordert als gevolg van het ongeval. Bij een kleine schade kan de verzekeraar de schade op basis van de reparatienota vergoeden. Bij veel verzekeraars is de omvang van een kleine schade vastgesteld tussen de € 250 en € 500. Indien het beschadigde object tijdelijk niet is te herstellen, kunt u een gelijkwaardig vervangend object huren. Deze huurkosten kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. U dient af te stemmen met de aansprakelijke verzekeraar of huurkosten voor vergoeding in aanmerking komen. Heeft u tijdelijk een vervangend object gehuurd dan zal de aansprakelijke verzekeraar u de huurkosten vergoeden op basis van de huurnota en reparatienota of expertiserapport. Huur van een vervangend object komt in principe voor vergoeding in aanmerking indien het: - een gelijkwaardig object is, - het gehuurd is tijdens de reparatieduur van het beschadigde object en/of - het andere schade beperkt.

      V 3.0 Verlies van arbeidsvermogen en/of zelfwerkzaamheid

      • V 3.1A Loonstroken van voor het ongeval

        Loonstroken zijn periodieke overzichten die uw werkgever aan u heeft verstrekt. Op deze periodieke overzichten staan verscheidene gegevens, zoals:
        • het brutoloon;
        • het nettoloon;
        • de ingehouden loonheffing;
        • de kostenvergoedingen;
        • de vakantiedagen;
        • de ziektedagen en
        • de arbeids- en heffingskorting.
        De loonstroken van voor het ongeval geven de situatie weer van uw verdienvermogen van voor het ongeval. Indien u naar aanleiding van het ongeval verlies aan verdienvermogen vordert dan kan de aansprakelijke verzekeraar aan u verscheidene loonstroken van voor het ongeval opvragen. De aansprakelijke verzekeraar bepaalt aan de hand van de opgevraagde loonstroken van voor en/of na het ongeval de omvang van uw schade. De omvang van de schade kan worden bepaald door de loonstroken van voor het ongeval te vergelijken met de loonstroken van na het ongeval. Het aantal loonstroken dat de aansprakelijke verzekeraar kan opvragen, is onder andere afhankelijk van de aard van de gevorderde schade (bijvoorbeeld een winstuitkering) of de periode waarover de schade wordt gevorderd.
      • V 3.1B Loonstroken van na het ongeval

        Loonstroken zijn periodieke overzichten die uw werkgever aan u heeft verstrekt. In deze loonstroken kunnen de financiële gevolgen van het ongeval zichtbaar zijn. Op deze periodieke overzichten staan verscheidene gegevens, zoals:
        • het brutoloon;
        • het nettoloon;
        • de ingehouden loonheffing;
        • de kostenvergoedingen;
        • de vakantiedagen;
        • de ziektedagen en
        • de arbeids- en heffingskorting.
        De loonstroken na het ongeval geven de situatie van uw verdienvermogen weer van na het ongeval. Indien u naar aanleiding van het ongeval verlies aan verdienvermogen vordert dan kan de aansprakelijke verzekeraar aan u verscheidene loonstroken van na het ongeval opvragen. De aansprakelijke verzekeraar bepaalt aan de hand van de opgevraagde loonstroken van voor en/of na het ongeval de omvang van uw schade. De omvang van de schade kan worden bepaald door de loonstroken van voor het ongeval te vergelijken met de loonstroken van na het ongeval. Het aantal loonstroken dat de aansprakelijke verzekeraar kan opvragen is afhankelijk onder andere van de aard van de gevorderde schade (bijvoorbeeld een winstuitkering) of de periode waarover de schade wordt gevorderd.
      • V 3.2A Jaaropgave(n) van voor het ongeval als u ondernemer bent

        De jaaropgave is een overzicht van uw jaarinkomen die uw werkgever/uitkeringsinstantie aan u heeft verstrekt voor onder andere het invullen van uw belastingaangifte. Het loon voor loonbelasting, de loonheffing, de arbeidskorting, de ingehouden bijdrage zorgverzekeringswet en/of het burgerservicenummer staan onder andere vermeld op de jaaropgave. Indien u door het ongeval geheel of gedeeltelijk beperkt bent in de uitoefening van uw werkzaamheden dan kan dit tot schade leiden in de toekomst. Voor de berekening van uw schade zijn verscheidene jaaropgaven van belang om de mogelijke toekomstige ontwikkeling in uw verdienvermogen vast te stellen. De jaaropgaven van voor het ongeval kunnen voor de aansprakelijke verzekeraar van belang zijn voor het bepalen van het door u gevorderde verlies aan verdienvermogen als schade. In principe vraagt de aansprakelijke verzekeraar meerdere jaaropgaven op wanneer uw schade zich over een langere periode gaat uitspreiden.
      • V 3.2B Jaaropgave(n) van na het ongeval als u ondernemer bent

        De jaaropgave is een overzicht van uw jaarinkomen die uw werkgever/uitkeringsinstantie aan u heeft verstrekt voor onder andere het invullen van uw belastingaangifte. In deze jaaropgaven kunnen de financiële gevolgen van het ongeval zichtbaar zijn. Het loon voor loonbelasting, de loonheffing, de arbeidskorting, de ingehouden bijdrage zorgverzekeringswet en/of het burgerservicenummer staan onder andere vermeld op de jaaropgave. Indien u door het ongeval geheel of gedeeltelijk beperkt bent in de uitoefening van uw werkzaamheden dan kan dit tot schade leiden in de toekomst. Voor de berekening van uw schade zijn verscheidene jaaropgaven van belang om de mogelijke toekomstige ontwikkeling in uw verdienvermogen vast te stellen. De jaaropgaven van na het ongeval kunnen voor de aansprakelijke verzekeraar van belang zijn voor het bepalen van het door u gevorderde verlies aan verdienvermogen als schade. In principe vraagt de aansprakelijke verzekeraar meerdere jaaropgaven van voor en/of na het ongeval op wanneer uw schade zich over een langere periode gaat uitspreiden. Door het vergelijken van de jaaropgaven van voor en na het ongeval kan de aansprakelijke verzekeraar een indicatie krijgen van de verandering in uw verdienvermogen.
      • V 3.3A Jaarrekening(en) van voor het ongeval als u ondernemer bent

        Een jaarrekening is een overzicht waarin onder andere de bezittingen, de schulden, het eigen vermogen, de winst- en verliesrekening en een toelichting zijn opgenomen. De jaarrekening wordt opgesteld in het belang van de onderneming. Door het ongeval kunt u tijdelijk/blijvend gedeeltelijk/geheel arbeidsongeschikt zijn geraakt. Dit kan tot gevolg hebben dat de situatie in uw verdienvermogen is veranderd. Dit kan tot schade leiden voor u. De aansprakelijke verzekeraar kan verscheidene jaarrekeningen van voor het ongeval opvragen wanneer u verlies aan verdienvermogen vordert als schade. Afhankelijk van de omvang en duur van de gevorderde schade kan de aansprakelijke verzekeraar één of meerdere jaarrekeningen opvragen. Aan de hand van de jaarrekeningen probeert de aansprakelijke verzekeraar zich een beeld te vormen van de verandering in uw verdienvermogen.
      • V 3.3B Jaarrekening(en) van na het ongeval als u ondernemer bent

        Een jaarrekening is een overzicht waarin onder andere de bezittingen, de schulden, het eigen vermogen, de winst- en verliesrekening en een toelichting zijn opgenomen. In deze jaarrekeningen kunnen de financiële gevolgen van het ongeval zichtbaar zijn. De jaarrekening wordt opgesteld in het belang van de onderneming. Door het ongeval kunt u tijdelijk/blijvend gedeeltelijk/geheel arbeidsongeschikt zijn geraakt. Dit kan tot gevolg hebben dat de situatie in uw verdienvermogen is veranderd. Dit kan tot schade leiden voor u. De aansprakelijke verzekeraar kan verscheidene jaarrekeningen van na het ongeval opvragen wanneer u verlies aan verdienvermogen vordert als schade. Afhankelijk van de omvang en duur van de gevorderde schade kan de aansprakelijke verzekeraar één of meerdere jaarrekeningen opvragen. Aan de hand van een vergelijking tussen de jaarrekeningen van voor en na het ongeval probeert de aansprakelijke verzekeraar zich een beeld te vormen van de verandering in uw verdienvermogen.
      • V 3.4A Belastingaangifte(n) voor ongeval

        De belastingaangifte is een document waarin bronnen van inkomen zijn opgenomen die hebben geleid tot een belastingheffing voor het ongeval. Winst uit onderneming, inkomsten uit dienstbetrekking, resultaat uit overige werkzaamheden, inkomsten uit aanmerkelijk belang en/of inkomsten uit vermogen zijn onder andere bronnen die in een belastingaangifte kunnen staan. Door het ongeval kan de situatie in uw verdienvermogen wijzigen. Dit kan leiden tot schade voor u. De aansprakelijke verzekeraar vraagt de belastingaangifte(n) van voor het ongeval op om de wijziging in uw verdienvermogen te bepalen. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de aansprakelijke verzekeraar één of meerdere belastingaangiften opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. In principe vraagt een aansprakelijke verzekeraar meerdere belastingaangiften op wanneer de schade zich over een langere periode uitspreidt. Er bestaan meerdere soorten belastingaangiften zoals de aangifte inkomstenbelasting, de aangifte loonbelasting of de aangifte omzetbelasting.
      • V 3.4B Belastingaangifte(n) na ongeval

        De belastingaangifte is een document waarin bronnen van inkomen zijn opgenomen die hebben geleid tot een belastingheffing na het ongeval. Winst uit onderneming, inkomsten uit dienstbetrekking, resultaat uit overige werkzaamheden, inkomsten uit aanmerkelijk belang en/of inkomsten uit vermogen zijn onder andere bronnen die in een belastingaangifte kunnen staan. Door het ongeval kan de situatie in uw verdienvermogen wijzigen. Dit kan leiden tot schade voor u. De aansprakelijke verzekeraar vraagt de belastingaangifte(n) van na het ongeval op om de wijziging in uw verdienvermogen te bepalen. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de aansprakelijke verzekeraar één of meerdere belastingaangiften opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. In principe vraagt een aansprakelijke verzekeraar meerdere belastingaangiften op wanneer de schade zich over een langere periode uitspreidt. Een vergelijking tussen de belastingaangiften van voor en na het ongeval geeft de aansprakelijke verzekeraar een indruk van de verandering in uw financiële positie. Er bestaan meerdere soorten belastingaangiften zoals de aangifte inkomstenbelasting, de aangifte loonbelasting of de aangifte omzetbelasting.
      • V 3.5A Belastingaanslagen voor ongeval

        De belastingaanslag is een beschikking van de belastingdienst waarin de bronnen van inkomen zijn vastgesteld die tot belastingheffing hebben geleid. Uitgangspunt voor het vaststellen van de belastingaanslag is de door u ingevulde belastingaangifte. Indien u verlies aan verdienvermogen vordert, kan de aansprakelijke verzekeraar de belastingaanslagen opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. De belastingaanslagen geven de aansprakelijke verzekeraar informatie over uw bronnen van inkomen en toepasbare fiscale faciliteiten van voor het ongeval. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de verzekeraar één of meerdere belastingaanslagen opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. In principe vraagt een verzekeraar meerdere belastingaanslagen op wanneer de schade zich over een langere periode uitspreidt. Een vergelijking tussen de belastingaanslagen van voor en na het ongeval geeft de verzekeraar een indruk van de verandering in uw financiële positie. Er bestaan verscheidene soorten voorlopige/definitieve belastingaanslagen zoals de aanslag inkomstenbelasting, loonbelasting en/of omzetbelasting.
      • V 3.5B Belastingaanslag(en) na ongeval

        De belastingaanslag is een beschikking van de belastingdienst waarin de bronnen van inkomen zijn vastgesteld die tot belastingheffing hebben geleid. Uitgangspunt voor het vaststellen van de belastingaanslag is de door u ingevulde belastingaangifte. Indien u verlies aan verdienvermogen vordert, kan de verzekeraar de belastingaanslagen opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. De belastingaanslagen geven de verzekeraar informatie over uw bronnen van inkomen en toepasbare fiscale faciliteiten van na het ongeval. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de verzekeraar één of meerdere belastingaanslagen opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. In principe vraagt een verzekeraar meerdere belastingaanslagen op wanneer de schade zich over een langere periode uitspreidt. Een vergelijking tussen de belastingaanslagen van voor en na het ongeval geeft de verzekeraar een indruk van de verandering in uw financiële positie. Er bestaan verscheidene soorten voorlopige/definitieve belastingaanslagen zoals de aanslag inkomstenbelasting, loonbelasting en/of omzetbelasting.
      • V 3.6A Arbeidscontract(en) voor ongeval

        De arbeidsovereenkomst voor het ongeval geeft aan welke afspraken tussen u en uw werkgever zijn gemaakt. Deze afspraken kunnen gaan over de werkduur, de hoogte van het salaris, de duur van het contract, wat te doen bij ziekte, etc. In een arbeidsovereenkomst kan ook worden verwezen naar een CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst). Als gevolg van het ongeval kunt u geheel/gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geraakt in de uitoefening van uw werkzaamheden. Dit kan gevolgen hebben op uw verdienvermogen en/of arbeidsovereenkomst. Uit uw arbeidsovereenkomst kan worden herleid welke gevolgen het ongeval heeft op uw persoonlijke situatie. Indien u verlies aan verdienvermogen vordert dan kan de aansprakelijke verzekeraar uw arbeidsovereenkomst van voor het ongeval opvragen. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de verzekeraar één of meerdere arbeidsovereenkomsten opvragen.
      • V 3.6B Arbeidscontract(en) na ongeval

        De arbeidsovereenkomst na het ongeval geeft aan welke afspraken tussen u en uw werkgever zijn gemaakt. Deze afspraken kunnen gaan over de werkduur, de hoogte van het salaris, de duur van het contract, wat te doen bij ziekte, etc. In een arbeidsovereenkomst kan ook worden verwezen naar een CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst). Als gevolg van het ongeval kunt u geheel/gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geraakt in de uitoefening van uw werkzaamheden. Dit kan gevolgen hebben op uw verdienvermogen en/of arbeidsovereenkomst. Uit uw arbeidsovereenkomst kan worden herleid welke gevolgen het ongeval heeft op uw persoonlijke situatie. Indien u verlies aan verdienvermogen vordert dan kan de aansprakelijke verzekeraar uw arbeidsovereenkomst van na het ongeval opvragen. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de verzekeraar één of meerdere arbeidsovereenkomsten opvragen. Een vergelijking van de arbeidsovereenkomst van voor en na het ongeval geven de verzekeraar een indruk in de veranderingen in uw verdienvermogen.
      • V 3.7 Schadeberekeningsrapport

        Een schadeberekeningsrapport is een rapportage opgesteld door een rekenbureau waarin uw verdienvermogen voor de toekomst is berekend. Aan de hand van bijvoorbeeld uw jaaropgaven, jaarstukken, beoordelingen en/of enkele veronderstellingen berekent het rekenbureau uw verdienvermogen voor de toekomst. Een schadeberekeningsrapport wordt in principe opgesteld wanneer u tijdelijk/geheel arbeidsongeschikt bent en dit tot aanzienlijke schade leidt in de toekomst. De aansprakelijke verzekeraar kan in overleg met u dan wel met uw rechtshulpverlener afstemmen of het nodig is om een schadeberekeningsrapport op te laten stellen. Het schadeberekeningsrapport geeft aan welke uitgangspunten zijn genomen voor de berekening van uw schade. Het is ook mogelijk dat u alleen de beslissing maakt voor het opstellen van een schadeberekeningsrapport. Alleen loopt u dan het risico dat de aansprakelijke verzekeraar het niet eens is met de uitgangspunten waarop het rapport is gebaseerd en het rapport dus niet accepteert.
      • V 3.8 Pensioenregeling

        Een pensioenregeling is een regeling die u vanuit de werkgever wordt aangeboden. Kenmerkend voor een pensioenregeling is dat gedurende uw dienstverband geld wordt gestort bij een pensioenfonds. Na het bereiken van een bepaalde leeftijd komen de opgebouwde aanspraken tot uitkering. De uitkering van deze aanspraken vindt plaats door een pensioenfonds. De grondslag voor de pensioenopbouw betreft uw salaris verminderd met uw AOW-franchise. Door het ongeval kan uw verdienvermogen afnemen. Dit verdienvermogen kan de basis zijn voor de opbouw van uw pensioen. Indien uw verdienvermogen door het ongeval is afgenomen, bouwt u ten opzichte van voor het ongeval minder pensioen op. Dit leidt later tot een lagere pensioenuitkering. Zodra u het pensioenverlies als schade vordert, kan de aansprakelijke verzekeraar de pensioenregeling opvragen.
      • V 3.9 Arbeidsvoorwaarden (zoals bijvoorbeeld een CAO)

        Arbeidsvoorwaarden maken deel uit van een arbeidsovereenkomst. Deze arbeidsvoorwaarden betreffen bijvoorbeeld:
        • het loon;
        • het verzuimbeleid;
        • het arbeidsongeschiktheid;
        • het overwerk en de beloning hiervan;
        • de arbeidstijden;
        • de vakantieduur;
        • de ontslagprocedures en
        • de uitkeringen bij overlijden.
        Bepaalde bedrijven kunnen hun eigen arbeidsvoorwaarden hebben, andere bedrijven volgen de collectieve arbeidsvoorwaarden zoals die zijn bepaald in de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) en weer andere bedrijven hebben hun eigen collectieve arbeidsvoorwaarden. De arbeidsvoorwaarden in de CAO kunnen voorrang hebben op de arbeidsvoorwaarden in een (individuele) arbeidsovereenkomst. Indien u door het ongeval schade lijdt die betrekking heeft op uw verdienvermogen kan de aansprakelijke verzekeraar de (Collectieve) arbeidsvoorwaarden opvragen. Met behulp van deze arbeidsvoorwaarden vergelijkt de aansprakelijke verzekeraar uw situatie van voor het ongeval met die van na het ongeval.
      • V 3.10 Plan van aanpak Wet Verbetering Poortwachter (WVP)

        De werkgever is verplicht een arbeidsongeschikte werknemer te re-integreren op grond van de WVP. De arbeidsongeschikte werknemer is verplicht om mee te werken aan de re-integratie. Re-integratie in dit verband wil zeggen dat u voor zover mogelijk weer in staat bent om al dan niet passende werkzaamheden te verrichten zoals u die voor het ongeval verrichtte. Of re-integratie mogelijk is, hangt af van u en uw werkgever. Indien het er naar uitziet dat de arbeidsongeschiktheid langdurig is, maakt de werkgever na de zesde ziekteweek een probleemanalyse op en geeft de arbo-arts een advies. Het plan van aanpak bestaat uit de probleemanalyse, het advies van de arbo-arts en een plan voor herstel en re-integratie van u. Aan de hand van dit plan probeert u geleidelijk uw taken weer op te pakken en uit te breiden afhankelijk van de ontwikkeling van uw klachten. Dit plan wordt uiterlijk in de achtste week na uw ziekmelding opgesteld door u en uw werkgever. De aansprakelijke verzekeraar kan dit plan van aanpak opvragen voor de beoordeling van de gevorderde schade door u en/of uw werkgever. Het plan van aanpak gebruikt de aansprakelijke verzekeraar onder andere om te beoordelen of u en uw werkgever voldoende meewerken aan/zich inspannen voor uw re-integratie. Indien blijkt dat u en/of uw werkgever niet/niet voldoende meewerken aan /zich inspannen voor uw re-integratie dan kan dit gevolgen hebben voor de schadevergoeding. Ook kan de aansprakelijke verzekeraar de informatie opvragen om de ontwikkelingen in uw re-integratie te volgen. Afhankelijk van de ontwikkelingen kan de verzekeraar besluiten u te laten ondersteunen door andere specialisten zoals bijvoorbeeld een arbeidsdeskundige, psycholoog en/of fysiotherapeut.
      • V 3.11 Beschikking UWV

        Een beschikking is een positief of negatief besluit genomen door een (uitvoerend) overheidsorgaan op een aanvraag tot een uitkering (bijvoorbeeld een aanvraag voor een ZW/WW/WIA/WAO/Wajong/WAZ-uitkering). Indien de beschikking positief is, krijgt u uw uitkering toegewezen. Afhankelijk van uw persoonlijke situatie en gedeeltelijke of gehele arbeidsongeschiktheid zowel voor als na het ongeval kunt u recht hebben op een uitkering van het UWV (ZW/WW/WIA/WAO/Wajong/WAZ). Hiervoor dient u een aanvraag in te dienen bij het UWV. Alvorens uw aanvraag wordt toegewezen, dient u te voldoen aan een aantal voorwaarden. Eén van de voorwaarden die het UWV aan u kan stellen, is dat u op bezoek komt bij de verzekeringsarts. Deze arts inventariseert, al dan niet te samen met een arbeidsdeskundige, wat uw klachten en/of uw mogelijkheden zijn. Dit vormt onder andere de basis voor uw uitkering en het percentage functionele arbeidsongeschiktheid. Waarom wil de aansprakelijke verzekeraar deze informatie hebben?
        1. Indien blijkt dat u reeds voor het ongeval functioneel beperkt was dan heeft dit gevolgen voor de schadevaststelling. De verzekeraar vergelijkt uw mate van functionele beperkingen van voor en na het ongeval met elkaar voor de vaststelling van uw schade.
        2. Indien u als gevolg van het ongeval functioneel beperkt bent geraakt dan kan de vaststelling hiervan door het UWV als leidraad dienen voor het vaststellen van de schade.
        Functioneel beperkt houdt in dat u niet in de gelegenheid (meer) bent om bepaalde activiteiten geheel of gedeeltelijk zelf te verrichten omdat u lichamelijke klachten hebt. Een (medisch) specialist stelt vast of u functioneel beperkt bent.
      • V 3.12 Uitkeringsbesluit UWV

        Zodra u een positieve beschikking hebt ontvangen op uw aanvraag voor een uitkering (ZW/WW/WIA/WAO/Wajong/WAZ), gaat het UWV over tot een periodieke uitbetaling van de toegewezen uitkering. Naast de feitelijke betaling van het bedrag ontvangt u een uitkeringsbesluit. Hierop staat vermeld wat en hoeveel aan u is uitbetaald en wat is ingehouden door het UWV. Het uitkeringsbesluit is te vergelijken met een loonstrook. Het uitkeringsbesluit van het UWV is onder andere van belang voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. Het verschil tussen uw inkomen voor het ongeval en uw inkomen na het ongeval, inclusief de uitkering van het UWV, geeft een indicatie van uw verlies aan verdienvermogen. De aansprakelijke verzekeraar kan het uitkeringsbesluit van het UWV vragen voor de beoordeling van uw verlies aan verdienvermogen.
      • V 3.13 Informatie over de eigen AOV, WIA Hiaat en/of WIA Excedent verzekering

        De arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) is een verzekering die u als zelfstandig ondernemer hebt afgesloten in verband met eventuele toekomstige arbeidsongeschiktheid. Indien u als zelfstandige arbeidsongeschikt raakt, kan dit gevolgen hebben voor uw verdienvermogen. Omdat een zelfstandige geen beroep kan doen op een sociale regeling, heeft de zelfstandige zich met behulp van een AOV hiervoor verzekerd. De WIA Hiaat verzekering is een verzekering voor een werknemer die na twee jaar arbeidsongeschiktheid niet meer volledig kan werken en verlies aan verdienvermogen heeft. De uitkering die u op basis van de WIA ontvangt, is minder dan uw oorspronkelijke loon. Voor het verschil tussen uw loon en de WIA uitkering bent u mogelijk via een WIA Hiaat verzekering verzekerd. Een werknemer die tussen de 35% en 100% arbeidsongeschikt is en een jaarloon heeft dat boven de € 47.802 uitkomt, krijgt voor het deel dat boven het maximum jaarloon ad € 47.802 ligt geen WIA (Hiaat)-uitkering. U hebt zich hiervoor mogelijk verzekerd via een WIA Excedent verzekering. De WIA Excedent verzekering is een verzekering voor een werknemer die na twee jaar arbeidsongeschiktheid niet meer volledig kan werken, verlies aan verdienvermogen heeft en waarvan het jaarloon boven de € 47.802 (voor 2009) ligt. De aansprakelijke verzekeraar kan de polisvoorwaarden en/of het besluit van (AOV/WIA) verzekeraar opvragen voor het vaststellen van de omvang van de schade. Uit de polisvoorwaarden en/of het besluit kunnen de uitgangspunten voor de vaststelling van de uitkering en/of mate van arbeidsongeschiktheid duidelijk worden voor de aansprakelijke verzekeraar.
      • V 3.14 Uitkeringsbescheiden (AOV/WIA Hiaat/WIA Excedent) verzekeraars

        Indien u als zelfstandige een AOV-uitkering, of als werknemer een WIA Hiaat/Excedent uitkering ontvangt, krijgt u per periode een schriftelijk overzicht van de uitkering. In dit overzicht kan onder andere staan hoe de uitkering over die periode is vastgesteld/berekend door de particuliere verzekeraar en/of welke uitgangspunten hiervoor zijn gehanteerd. De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie opvragen voor onder andere het vast stellen van de uitgangspunten in verband met het vaststellen van uw schade zoals bedoeld in deze rubriek.
      • V 3.15 Opleidingsgegevens/Rapporten/Verklaring opleidingsbegeleider/Diploma's/Getuigschriften

        Opleidingsgegevens/rapporten zijn documenten/bescheiden die aan u zijn verstrekt door het opleidingsinstituut waar u de opleiding volgde dan wel volgt. Deze documenten/bescheiden geven informatie over uw studieresultaten en/of uw inschrijving bij het opleidingsinstituut. Bij bepaalde opleidingen of tijdens bepaalde vakken gedurende een opleiding krijgt u een opleidingsbegeleider (mentor/decaan/scriptiebegeleider) toegewezen. De opleidingsbegeleider houdt onder andere de voortgang bij tijdens de duur van de opleiding/project. Een voorbeeld hiervan is een scriptie die u schrijft of een natuurkundig/scheikundig onderzoek dat u verricht. Dit zijn projecten waarvan het resultaat in stappen tot stand komt. Uit de verklaring van de studiebegeleider blijkt de voortgang in uw opleiding/project van voor en/of na het ongeval voor de andere partij. Maar de verklaring van de opleidingsbegeleider kan ook betrekking hebben op uw persoonlijke ontwikkeling. Een diploma is een schriftelijk document dat u hebt ontvangen van een opleidingsinstituut bij het succesvol afronden van een opleiding bij een opleidingsinstituut. Een getuigschrift is een schriftelijk document dat u kunt opvragen bij uw voormalige werkgever. De werkgever is verplicht dit aan u af te geven. Hierin staat vermeld dat u daar werkzaam bent geweest en in welke periode. Daarnaast staat het de voormalig werkgever vrij om een uitspraak te doen over de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden. Opleidingsgegevens, rapporten, diploma’s, getuigschriften en/of de verklaring van de opleidingsbegeleider kunnen de aansprakelijke verzekeraar inzage geven in uw persoonlijke ontwikkeling. De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie opvragen onder andere voor het bepalen van uw mogelijkheden in het kader van de re-integratie en/of de bepaling van de omvang van uw schade ter zake van uw studievertraging. Zie: www.deletselschaderaad.nl/richtlijnen/studievertraging
      • V 3.16 Verklaring werkgever (betreffende functioneren)

        Vaak beschikt uw werkgever over functionerings- en beoordelingsverslagen. Dit zijn verslagleggingen van uw werkgever waarin is aangegeven hoe u uw werkzaamheden voor en/of na het ongeval uitvoerde. Zijn deze niet aanwezig dan kan de aansprakelijke verzekeraar u/uw werkgever achteraf alsnog verzoeken om een verklaring op te stellen. De aansprakelijke verzekeraar kan een verklaring van de werkgever opvragen om onder andere na te gaan hoe u de werkzaamheden zowel voor als na het ongeval hebt verricht en/of hoe de arbeidsverhouding tussen u en uw werkgever is. Dit kan voor de aansprakelijke verzekeraar van belang zijn voor de vaststelling van uw schade. Indien uit de verslaglegging blijkt dat uw functioneren ten opzichte van voor het ongeval achterblijft, kan de aansprakelijke verzekeraar besluiten tot (tijdelijke) begeleiding door bijvoorbeeld een arbeidsdeskundige.
      • V 3.17 Verklaringen voormalig werkgevers

        De functionerings- en/of beoordelingsverslagen van voormalige werkgevers kunnen de aansprakelijke verzekeraar een indruk geven bijvoorbeeld over uw functioneren, de aard van de uitgevoerde werkzaamheden, de duur van het dienstverband en/of de reden voor het beëindigen van het dienstverband. Op het moment dat u betrokken raakt bij een ongeval kunt u op zoek zijn naar werk, in uw proeftijd zitten of een contract voor bepaalde tijd hebben dat niet wordt verlengd. Door het ongeval bent u niet in de gelegenheid om geheel/gedeeltelijk werkzaamheden te verrichten en vordert u verlies aan verdienvermogen. Zonder het plaatsvinden van het ongeval had u (op korte termijn) wel soortgelijke werkzaamheden verricht. De aansprakelijke verzekeraar gebruikt deze informatie bijvoorbeeld om uw schade vast te stellen of voor uw re-integratie.
      • V 3.18 Rapport re-integratiedeskundige

        Een re-integratiedeskundige onderzoekt samen met u over welke specifieke kwaliteiten u beschikt, welke werkzaamheden uw interesse hebben, bij wat voor een organisatie u zou willen werken en of dit reëel is op basis van gevolgde opleidingen, werkervaring en aanwezige beperkingen. Wanneer u dit samen met de re-integratiedeskundige hebt afgestemd, stelt die een rapport op. Aan de hand van dit rapport gaat u proberen onder begeleiding van de deskundige te re-integreren. De ontwikkelingen van uw re-integratie worden vastgelegd in dit rapport. Indien blijkt dat de re-integratie niet of ten dele realiseerbaar is dan kan dit gevolgen hebben voor de omvang van de schade terzake van het verlies aan verdienvermogen. De aansprakelijke verzekeraar vraagt dit rapport op om inzage te krijgen in het verloop van uw re-integratie. Afhankelijk van de re-integratie kan de aansprakelijke verzekeraar besluiten tot (aanvullende) ondersteuning door een deskundige (bijv. arbeidsdeskundige/psycholoog). Daarnaast is het re-integratie rapport van belang voor de vaststelling van uw schade.
      • V 3.19 Bewijs / onderbouwing van de zelfwerkzaamheid

        Zelfwerkzaamheid is het verdienvermogen dat wordt benut in de privé sfeer voor het verrichten van werkzaamheden in, aan of rond de woning en die ook tegen betaling door anderen (vakmensen) kunnen worden verricht. Doordat u werkzaamheden door een derde tegen betaling laat verrichten, die u voor het ongeval zelf verrichtte, lijdt u schade. Het bezichtigen door de verzekeraar van de resultaten van de door u voor het ongeval uitgevoerde werkzaamheden, de daarbij behorende nota's, gebruikte materialen en/of de nota’s van de ingeschakelde derde na het ongeval geven de aansprakelijke verzekeraar een indicatie van uw schade. Voor de zelfwerkzaamheid zijn normbedragen vastgesteld. Deze normbedragen zijn slechts een indicatie. Indien u de werkelijke schade kunt aantonen dan is het mogelijkheid om van de richtlijn af te wijken. Zie: www.deletselschaderaad.nl/richtlijnen/zelfwerkzaamheid
      • V 3.20 Verklaringen opdrachtgevers

        Een verklaring van de opdrachtgever geeft aan dat u bij een opdrachtgever zelfstandig een opdracht zou uitvoeren en/of hebt uitgevoerd. In de verklaring kan onder andere zijn opgenomen:
        • de duur van de opdracht;
        • de overeengekomen vergoeding;
        • de aard van de uitgevoerde/uit te voeren werkzaamheden;
        • de boetebedingen en
        • de reden van het staken van de opdracht.
        Indien u door het ongeval geen opdracht kan aannemen en/of uw opdracht is stopgezet dan heeft dit gevolgen op uw verlies aan verdienvermogen. De aansprakelijke verzekeraar kan aan u verklaringen van opdrachtgevers vragen voor de beoordeling van het door u gevorderde verlies aan verdienvermogen als schade.
      • V 3.21 Objectieve gegevens loopbaanontwikkeling

        Indien u stelt dat u zonder het ongeval een bepaalde groei/ontwikkeling zou hebben doorgemaakt dan wordt vergelijkend materiaal opgevraagd van soortgelijke personen (zelfde opleiding/maatschappelijke positie/woonplaats/provincie) bij onder andere het Centraal Bureau van de Statistiek. De aansprakelijke verzekeraar kijkt onder andere naar uw ontwikkeling in het verleden, de ontwikkeling van derden in een soortgelijke positie en hun maatschappelijke en/of economische groei. Aan de hand van het geschetste toekomstperspectief probeert de aansprakelijke verzekeraar uw verlies aan verdienvermogen vast te stellen.
      • V 3.22 Rapporten arbeidsdeskundige door verzekeraars

        Een arbeidsdeskundige is een deskundige die u begeleidt bij het door u weer geheel/gedeeltelijk zelfstandig uitvoeren van uw werkzaamheden en hoe u daarin moet omgaan met uw klachten. In het rapport legt de arbeidsdeskundige onder andere vast:
        • uw persoonlijke gegevens;
        • de aard van de uit te voeren (eigen) werkzaamheden;
        • het tijdsschema waarin u probeert de werkzaamheden (weer volledig) uit te voeren;
        • uw interesses;
        • (aanvullende) opleidingen/aanpassingen;
        • uw beperkingen die u in uw werkzaamheden belemmeren en
        • de ontwikkeling van uw persoonlijke situatie.
        Voor de aansprakelijke verzekeraar kunnen de arbeidsdeskundige rapporten van belang zijn in verband met het vaststellen van de schade, het al dan niet inschakelen van andere deskundigen die u kunnen begeleiden bij uw herstel en/of het oppakken van uw werkzaamheden.
      • V 3.23 Assessment (capaciteiten / kwaliteiten en/of psychologisch onderzoek)

        Een assessment is een (schriftelijke) beoordeling door een deskundige (bijv. een psycholoog).Het kan onder andere bestaan uit bijvoorbeeld een rollenspel en/of een psychologische test. Door het doen van een assessment krijgt een ander inzage in uw persoonlijke kwaliteiten (bijv. analytisch denkvermogen, sociale vaardigheden en/of oplossingsgericht denken). De uitkomst van het assessment wordt vaak vastgelegd in een rapport dat aan u ter inzage wordt verstrekt. Voor de aansprakelijke verzekeraar is een assessment relevant in verband met uw re-integratie naar een passende werkomgeving en/of de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen.
      • V 3.24 Ontslagbescheiden na het ongeval

        Soms is het mogelijk dat de werkgever de dienstbetrekking met u wil beëindigen na het ongeval. Afhankelijk van de aard van arbeidsovereenkomst dient dit met een ontslagvergunning plaatsvinden. Indien de werkgever een ontslagvergunning aanvraagt of een uitspraak van de kantonrechter afwacht. dient de werkgever duidelijk te maken dat hij alles heeft gedaan om u te re-integreren naar een passende werkomgeving. De ontslagbescheiden van na het ongeval geven de aansprakelijke verzekeraar inzage in de reden van ontslag en/of de verrichte re-integratie activiteiten. De aansprakelijke verzekeraar heeft deze informatie nodig voor het vaststellen van het verlies aan verdienvermogen dan wel de loonvordering van de werkgever.

      V 4.0 Huishoudelijke hulp

      • V 4.1 Rapport arbeidsdeskundige

        Door een arts worden uw beperkingen vastgesteld. De arbeidsdeskundige ontvangt van de arts dit medisch rapport en gaat, al dan niet in overleg met u, uw belastbaarheid vaststellen en/of uitbreiden. Het uitbreiden van uw belastbaarheid vindt plaats binnen een bepaalde periode. De ontwikkelingen in de uitbreiding van uw belastbaarheid en overige relevante factoren (ziekte/vakantie) legt de arbeidsdeskundige vast in een rapport. Het rapport geeft de aansprakelijke verzekeraar inzage in de ontwikkeling en uitbreiding van uw belastbaarheid, onder andere in uw huishoudelijke werkzaamheden. De aansprakelijke verzekeraar krijgt een beeld onder andere van uw mogelijkheden, beperkingen, behoefte aan ondersteuning en uw schade.
      • V 4.2 Een indicatiestelling

        Indien u hulp nodig hebt, kan u een indicatie krijgen van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ beoordeelt of u in aanmerking komt voor zorg, voor welke zorg en voor hoelang. Deze zorg kunt u krijgen in natura of in geld (persoonsgebonden budget/PGB). Bij de aanvraag van een indicatie maakt u kenbaar of u een PGB wilt of zorg in natura. De uitgangspunten voor het toewijzen van deze zorg worden vastgelegd in de indicatiestelling. Hierin staat vermeld, hoeveel zorg u nodig hebt (de klasse), op welke zorg u recht hebt (de functie), de duur van de indicatie (tijd) en of u de zorg in natura of als persoongebonden budget ontvangt (de aard). Een indicatiestelling geeft de aansprakelijke verzekeraar de uitgangspunten van de benodigde zorg/hulp/begeleiding. De verzekeraar gebruikt deze informatie voor het vaststellen van de beperkingen en/of schade.
      • V 4.3 Zorg in natura

        Indien u hulp nodig hebt en u hebt gekozen voor zorg in natura dan staat dit in uw indicatiestelling aangegeven. Het CIZ stuurt de indicatiestelling naar een zorgkantoor bij u in de buurt. Het zorgkantoor zorgt ervoor dat een zorgverlener wordt ingeschakeld. Deze zorgverlener verleent aan u de zorg. U kunt eventueel ook zelf een zorgverlener kiezen. Een zorgverlener is bijvoorbeeld een verzorgingshuis, thuiszorgorganisatie of een instelling voor begeleid wonen. Afhankelijk van de omvang van de toegekende zorg en verleende zorg kan u een eigen bijdrage verschuldigd zijn. Hiervoor ontvangt u periodiek een nota van het CAK (Centraal Administratie Kantoor). Op deze nota staat onder andere het aantal uur verleende zorg, het verschuldigde bedrag of de verschuldigde eigen bijdrage. Deze informatie kan voor de aansprakelijke verzekeraar van belang zijn om onder andere uw schade te bepalen of inzage te krijgen in uw behoefte aan zorg voor en/of na het ongeval. Zie: www.ciz.nl en www.hetcak.nl
      • V 4.4 Gegevens persoonsgebonden budget (PGB)

        Een PGB is een geldbedrag dat aan u wordt toegekend door het CIZ bij u in de buurt op grond van de AWBZ voor de inkoop van zorg/hulp/begeleiding. Het zorgkantoor beslist over de hoogte van uw PGB en de eventueel verschuldigde eigen bijdrage. Het besluit legt het zorgkantoor in een beschikking vast. De beschikking van het zorgkantoor betreffende het PGB geeft aan in hoeverre u zorg nodig hebt voor en/of na het ongeval en/of in hoeverre u een eigen bijdrage moet afdragen. De beschikking van het zorgkantoor is van belang voor de verschuldigde eigen bijdrage en/of de vaststelling van uw schade.  
      • V 4.5 Verklaring van de huishoudelijke hulp

        De verklaring van de huishoudelijke hulp geeft onder andere aan:
        • de omvang van de verrichte hulp van voor het ongeval;
        • de omvang van de verrichte hulp na het ongeval;
        • de naam, adres en woonplaatsgegevens van de huishoudelijke hulp en
        • welke vergoeding is ontvangen voor de verleende hulp.
        Een huishoudelijke hulp is iemand die u met enige regelmaat helpt/ondersteunt in uw huishouding. Voor de aansprakelijke verzekeraar dient de verklaring van de huishoudelijk hulp als onderbouwing van de gevorderde zorg en de daarmee corresponderende betalingen aan de hulp. Wanneer u bijvoorbeeld niet kunt beschikken over een verklaring van de huishoudelijke hulp dan kunt u een tijdelijke beroep doen op De Letselschade richtlijn huishoudelijke hulp. U kunt dan aanspraak maken op een normbedrag. Wilt u meer weten over deze richtlijn en de toepassing ervan, klik dan op de onderstaande link. Ongeacht of richtlijn van toepassing is, kan de aansprakelijke verzekeraar u de werkelijke kosten vergoeden. U dient wel aan te tonen dat u deze kosten hebt gemaakt als een gevolg van het ongeval. Het is niet de intentie van de aansprakelijke verzekeraar dat deze gegevens bij derden terecht komen. Deze informatie is uitdrukkelijk voor intern gebruik van de aansprakelijke verzekeraar. Zie: www.deletselschaderaad.nl/richtlijnen/huishoudelijkehulp
      • V 4.6 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) 2015

        Gemeenten zijn met deze wet verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking of met chronische, psychische of psychosociale problemen. De ondersteuning moet erop gericht zijn dat mensen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven. Bij de gemeente kunnen voorzieningen aangevraagd worden o.a. :
        • vervoer ( zoals een rolstoel, scootmobiel,  & aangepast collectief vervoer)
        • woningaanpassingen
        • tegemoetkoming in de kosten van verhuizen;
        • urgentie verklaring om te verhuizen
        • huishoudelijke hulp
        • begeleiding individueel
        • begeleiding groep ( incl. vervoer)
        De WMO geeft de aansprakelijke verzekeraar een indicatie van de door u gevraagde/benodigde ondersteuning voor en/of na het ongeval en over een eventuele verschuldigde eigen bijdrage. Meer informatie
      • V 4.7 Afrekening (diverse) eigen bijdragen

        Het is mogelijk dat u voor bepaalde zorgverlening een eigen bijdrage hebt moeten betalen. Indien dit een gevolg is van het ongeval dan kunt u de eigen bijdragen als schade vorderen. Daarom vraagt de aansprakelijke verzekeraar de afrekening op en kan hierdoor inzage krijgen in uw schade.

      V 5.0 Overlijden

      • V 5.1 Afrekening uitvaartkosten (begrafenis/crematie)

        Uitvaartkosten zijn kosten die u hebt gemaakt voor de uitvaart van de overledene. Indien die kosten in overeenstemming zijn met de levensstandaard van de overledene dan kunt u deze kosten vergoed krijgen. Alvorens u de kosten gaat maken is het wellicht verstandig om dit met de aansprakelijke verzekeraar af te stemmen, voor zover dit mogelijk is. De aansprakelijke verzekeraar vraagt de afrekening uitvaartkosten op om te beoordelen of de kosten in overeenstemming zijn met de levensstandaard van de overledene. Voor zover deze kosten in overeenstemming zijn met de levensstandaard van de overledene dan vergoedt de aansprakelijke verzekeraar de uitvaartkosten aan u.
      • V 5.2 Uitvaartverzekering

        De uitvaartverzekering geeft dekking voor de kosten van de begrafenis of crematie. De verzekering kan de kosten van de uitvaart geheel of gedeeltelijk dekken. Afhankelijk van het soort uitvaartverzekering keert deze het verzekerde bedrag in natura dan wel in geld uit. Indien de uitvaartkosten het verzekerde bedrag overstijgen kunt u dit vorderen van de aansprakelijke verzekeraar, mits aan de overige vereisten wordt voldaan. De aansprakelijke verzekeraar vraagt de polis van de uitvaartverzekering op en de afrekening van de uitvaartkosten om te bepalen welk bedrag als schade aan u kan worden vergoed.
      • V 5.3 Verklaring van erfrecht

        In de verklaring van erfrecht verklaart de notaris wie is overleden en/of de overledene een testament heeft opgesteld en wie de erfgenamen zijn. Afhankelijk van het aantal erfgenamen staat ook de persoon vermeld die belast is met afwikkeling van de erfenis. Indien de betrokkene bij een ongeval overlijdt, is een bepaalde groep van personen gerechtigd tot schadevergoeding. Deze groep personen is nader in de wet uitgewerkt in artikel 6:108, lid 1 BW. De aansprakelijke verzekeraar kan de verklaring van erfrecht opvragen om te achterhalen of u tot de groep behoort met een vorderingsrecht. Dit in verband met de afwikkeling van de omvang van de schade.
      • V 5.4 Uittreksel bevolkingsregister

        Het uittreksel bevolkingsregister geeft aan waar de overledene en u, als vorderende partij, ten tijde van het ongeval/overlijden woonden, de burgerlijke staat, de datum van vestiging in de gemeente en de geboortedata. Uit dit uittreksel kan blijken of de overledene en u een duurzame huishouding voerden en vanaf wanneer deze duurzame huishouding werd gevoerd. Indien de betrokkene is overleden dan hebben bepaalde personen een vorderingsrecht tot schadevergoeding ex artikel 6:108 BW. Om te beoordelen of u één van die personen bent, heeft de aansprakelijke verzekeraar onder andere het uittreksel van het bevolkingsregister nodig. Vervolgens toetst de aansprakelijke verzekeraar dit uittreksel, en eventueel andere informatie, aan artikel 6.108 BW.
      • V 5.5 Inkomensgegevens van de overledene

        Inkomensgegevens van de overledene blijken onder andere uit:
        • de loonstroken;
        • de jaarrekeningen;
        • de uitkeringsbesluiten;
        • de dividenduitkeringen;
        • de belastingaangiften en
        • de belastingaanslagen.
        Doordat de betrokkene is overleden als gevolg van het ongeval, heeft dit gevolgen voor de bestedingsruimte van de overgebleven gezinsleden. Voor de nabestaanden kunnen minder gelden binnenkomen terwijl bepaalde lasten blijven bestaan en andere lasten wegvallen. De bestedingsruimte is het geldbedrag dat overblijft. De aansprakelijke verzekeraar kan de inkomensgegevens van de overledene opvragen om uw schade te bepalen als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW.
      • V 5.6 Weggevallen Normatieve Uitgaven

        Wanneer er een volwassen persoon uit een gezin komt te overlijden, valt er een aantal posten voor de overledene weg. De WNU is een percentage van het netto consumptieve inkomen van de economische eenheid en afhankelijk van de gezinssamenstelling en de hoogte van het consumptieve gezinsinkomen. Het Nibud heeft hier onderzoek naar gedaan en uit de Notitie Denktank blijkt welke posten onder het WNU-percentage vallen. Er is een onderscheid gemaakt tussen uitgaven die onafhankelijk zijn van het inkomen en uitgaven die afhankelijk zijn van het inkomen. De opsomming van de uitgaven/onderdelen luidt als volgt:   Onafhankelijk van het inkomen:
        • Elektriciteit
        • Water
        • Heffingen
        • Basisverzekering en aanvullende verzekering (ziektekosten)
        • Aansprakelijkheidsverzekering
        • Uitvaartverzekering
        • Extra ziektekosten (niet verzekerde ziektekosten en eigen risico)
        Afhankelijk van het inkomen:
        • Mobiele telefoon
        • Lidmaatschappen
        • Vervoer
        • Kleding en schoenen
        • Recreatie (vakantie en uitgaan)
        • Voeding
        • Persoonlijke verzorging
         
        • Bepaling Behoefte nabestaandenVoor de economische eenheid wordt het totaal netto consumptieve inkomen bepaald in de hypothetische situatie zonder overlijden. Van dit inkomen wordt de WNU afgehaald, waardoor de behoefte van het gezin na het overlijden bepaald is.
         
        • Weggevallen Uitgaven (WU)Afhankelijk van de situatie van het betreffende gezin, kan er sprake zijn van overige weggevallen uitgaven, zoals hypotheekrente en/of –aflossing, premie levensverzekering etc.
         
        • Bijkomende Uitgaven (BU)Zoals er weggevallen uitgaven door het overlijden kunnen zijn, is het ook mogelijk dat er bijkomende uitgaven zijn in verband met het overlijden.
        Afhankelijk van de situatie van het betreffende gezin, kan er sprake zijn van bijkomende uitgaven in verband met het overlijden, zoals huishoudelijke hulp, zelfwerkzaamheid, kinderopvang etc.    
        • Berekening jaarschades
        De jaarschades worden als volgt berekend: Het netto gezinsinkomen zonder overlijden wordt verminderd met een vastgesteld percentage (WNU), dat afhankelijk is van het aantal gezinsleden en de leeftijd van de kinderen zonder overlijden. Het netto gezinsinkomen met overlijden wordt verhoogd met andere weggevallen uitgaven (WU) en wordt verminderd met bijgekomen uitgaven (BU). Het verschil tussen uitkomst 1 en 2 vormt de jaarschade.    
        • Verdeling jaarschades
        De berekende jaarschades zijn die van de economische eenheid, dus van het gezin na overlijden. Indien deze schade verdeeld dient te worden onder de gezinsleden, wordt dit gedaan conform de Nibud-staffel. De aansprakelijke verzekeraar deze informatie  opvragen om uw schade te bepalen als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW.
      • V 5.7 Vervallen

      • V 5.8 Polis(sen) levensverzekering(en)

        Een levensverzekering kan dekking bieden wanneer de verzekerde komt te overlijden. Deze uitkering bestaat veelal uit een eenmalige uitkering van een in de polis vastgelegd bedrag. Regelmatig sluit men bij een hypotheek eveneens een levensverzekering af. Wanneer één van de personen komt te overlijden dan kan de levensverzekering tot uitkering komen. Het bedrag dat dan wordt uitgekeerd kan in mindering worden gebracht op de hypotheeksom. Doordat deze som afneemt, neemt ook de aflossing en/of de te betalen rente af. Hierdoor worden in principe ten opzichte van voor het ongeval ook de lasten minder, hetgeen gevolgen kan hebben voor uw schadeclaim. De aansprakelijke verzekeraar kan de polis(sen) levensverzekering(en) opvragen om uw schade te bepalen als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW.
      • V 5.9 Hypotheekgegevens

        Hypotheekgegevens kunnen bestaan onder andere uit:
        • de hypotheeksom;
        • de hypotheeknemers;
        • de verschuldigde interest en
        • de hypotheekakte.
        Het overlijden van de betrokkene kan gevolgen hebben voor de hypotheeklast en dus de omvang voor de schade. De aansprakelijke verzekeraar kan de hypotheekgegevens opvragen om uw schade als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW te bepalen.
      • V 5.10 Inkomensgegevens nabestaande(n)

        Uw inkomensgegevens blijken onder andere uit:
        • de loonstroken;
        • de jaarrekeningen;
        • de uitkeringsbesluiten;
        • de dividenduitkeringen;
        • de belastingaangiften en
        • de belastingaanslagen.
        Deze inkomensgegevens kunnen voor de aansprakelijke verzekeraar van belang zijn wanneer blijkt dat u een vorderingsrecht heeft ex artikel 6.108 BW. Deze gegevens geven de aansprakelijke verzekeraar inzage in uw behoeftigheid. Voor de aansprakelijke verzekeraar zijn deze gegevens van belang om de omvang van de schade te bepalen voor u als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW. Doordat de betrokkene is overleden als gevolg van het ongeval, kan dit gevolgen hebben voor uw behoeftigheid. Door het ongeval kunnen minder gelden binnenkomen terwijl bepaalde lasten blijven bestaan en andere lasten wegvallen. Het overlijden van de betrokkene kan dus invloed hebben op de bestedingsruimte. De bestedingsruimte is het geldbedrag dat overblijft nadat alle lasten zijn betaald uit de inkomsten. De aansprakelijke verzekeraar kan uw inkomensgegevens opvragen om uw schade te bepalen als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW.
      • V 5.11 Uitkeringsbesluit Algemene Nabestaanden Wet (ANW)

        De Algemene Nabestaanden Wet biedt een voorziening voor de achterblijvende partner en/of de verzorger van het achtergebleven kind. Deze voorziening verstrekt een maandelijkse uitkering aan de partner en/of verzorger mits aan alle wettelijke voorwaarden wordt voldaan. De aansprakelijke verzekeraar kan het uitkeringsbesluit ANW opvragen om uw schade te bepalen als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW. De ANW-uitkering wordt meegenomen in de berekening van de schade.

      V 6.0 Zelfstandigen

      • V 6.1 Jaarrekeningen van voor het ongeval

        Een jaarrekening is een overzicht waarin onder andere de bezittingen, de schulden, het eigen vermogen, de winst- en verliesrekening en een toelichting zijn opgenomen. De jaarrekening wordt opgesteld in het belang van de onderneming. Door het ongeval kunt u tijdelijk/blijvend gedeeltelijk/geheel arbeidsongeschikt zijn geraakt. Dit kan tot gevolg hebben dat de situatie in uw verdienvermogen is veranderd. Dit kan tot schade leiden voor u. Wanneer u verlies aan verdienvermogen vordert als schade, afhankelijk van de omvang en duur van de gevorderde schade, kan de aansprakelijke verzekeraar één of meerdere jaarrekeningen opvragen. Aan de hand van de jaarrekeningen probeert de aansprakelijke verzekeraar zich een beeld te vormen van de verandering in uw verdienvermogen.
      • V 6.2 Belastingaangiften van voor het ongeval

        De belastingaangifte is een document waarin bronnen van inkomen zijn opgenomen die hebben geleid tot een belastingheffing voor het ongeval. Winst uit onderneming, inkomsten uit dienstbetrekking, resultaat uit overige werkzaamheden, inkomsten uit aanmerkelijk belang en inkomsten uit vermogen zijn onder andere bronnen die in een belastingaangifte kunnen staan. Door het ongeval kan de situatie in uw verdienvermogen wijzigen. Dit kan leiden tot schade voor u. De verzekeraar vraagt de belastingaangifte(n) van voor het ongeval op om de wijziging in uw verdienvermogen te bepalen. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de verzekeraar één of meerdere belastingaangiften opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. In principe vraagt een aansprakelijke verzekeraar meerdere belastingaangiften op wanneer de schade zich over een langere periode uitspreidt. Er bestaan meerdere soorten belastingaangiften, zoals:
        • de aangifte inkomstenbelasting;
        • de aangifte loonbelasting en
        • de aangifte omzetbelasting.
      • V 6.3 Informatie over rechtsvorm, met relevante contracten (bijv. vennootschapscontract)

        Als ondernemer kunt u uw onderneming uitoefenen in bijvoorbeeld één van de volgende vormen:
        • een eenmanszaak;
        • een besloten vennootschap (BV);
        • een naamloze vennootschap (NV);
        • een vennootschap onder firma (vof);
        • een commanditaire vennootschap en
        • een maatschap.
        De laatste drie rechtsvormen zijn samenwerkingsverbanden met andere natuurlijke persoon en/of rechtspersonen. Vaak zijn de voorwaarden met betrekking tot deze samenwerkingsverbanden schriftelijk vastgelegd in een contract. In de voorwaarden kan onder andere zijn vastgelegd:
        • hoe de winst en/of het verlies wordt verdeeld;
        • wie welke werkzaamheden verricht en
        • wat er gebeurt bij ziekte van één van de ondernemers.
        De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie opvragen voor de beoordeling van de door u gevorderde schade.
      • V 6.4 Informatie arbeidsongeschiktheidsverzekering

        Omdat u als zelfstandige geen beroep kan doen op een sociale regeling bij arbeidsongeschiktheid, hebt u zich wellicht voor eventuele toekomstige gebeurtenissen verzekerd. De arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) is een verzekering die u mogelijk als zelfstandig ondernemer hebt afgesloten. Indien u arbeidsongeschikt raakt, kan dit gevolgen hebben voor uw (financiële) situatie. Voordat u een AOV-uitkering ontvangt, hebt u veelal een wachttijd. Deze wachttijd staat in uw (polis)voorwaarden. Indien u langdurig arbeidsongeschikt dreigt te raken, dient u zich onder andere te melden bij de verzekeringsarts. Deze arts inventariseert uw klachten en beperkingen en stelt hiervan een rapport op (verzekeringsgeneeskundige rapportage). Deze rapportage gebruikt de arbeidsdeskundige om te inventariseren welke werkzaamheden u kunt uitvoeren en binnen welke periode uw belastbaarheid/werkzaamheden kunnen worden uitgebreid, hetgeen wordt bij gehouden in een rapport van de arbeidsdeskundige. De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie onder andere opvragen om:
        • de aard en ernst van uw klachten te inventariseren;
        • uw herstel te volgen;
        • aanvullende begeleiding/ondersteuning aan te bieden betreffende uw onderneming;
        • uw beperkingen in kaart te brengen en
        • de omvang van uw schade te bepalen.
      • V 6.5 Nota's ingehuurde / vervangende krachten of bedrijven (bedrijfsverzorgingsdienst, onderaannemer etc.)

        Afhankelijk van uw onderneming kunt u door het ongeval genoodzaakt zijn om een derde in te schakelen om werkzaamheden binnen uw onderneming te laten verrichten omdat u dit zelf niet meer kan. U kunt hierbij denken aan onder andere een bedrijfsverzorgingsdienst of een onderaannemer. Deze noodzaak kan bestaan omdat u bijvoorbeeld een melkveebedrijf uitoefent en de koeien moeten worden verzorgd of u hebt als aannemer afgesproken voor een bepaalde datum een bepaald resultaat op te leveren. In dergelijke situaties kunt u een derde inhuren om voor u de werkzaamheden uit te voeren. De kosten die u hiervoor maakt, kunt u als schade vorderen. De verzekeraar zal voor de beoordeling van de gevorderde schade onder andere de nota's opvragen of een schaderegelaar een bezoek aan u laten brengen om de schade in beeld te brengen. Naast het overleggen van nota's vraagt de aansprakelijke verzekeraar ook medische informatie op. Hiermee probeert de aansprakelijke verzekeraar een medische onderbouwing te vinden voor de schade. Voordat u besluit om een derde in te huren voor te verrichten werkzaamheden is het aan te bevelen om dit met de aansprakelijke verzekeraar te overleggen.
      • V 6.6 Bedrijfsinformatie

        Diverse aspecten geven de aansprakelijke verzekeraar een beeld van uw bedrijf/onderneming, zoals:
        • de locatie;
        • het aantaal werkzame personen;
        • het te produceren product;
        • de te leveren dienst;
        • de omzet en
        • de winst.
        Door uw klachten kunt u beperkt zijn in de uitoefening van uw werkzaamheden. Dit kan gevolgen hebben voor uw onderneming en/of winst. De verzekeraar vraagt de informatie op om onder andere te beoordelen welke acties moeten worden ondernomen om u uw werkzaamheden weer te laten verrichten, wie uw werkzaamheden eventueel tijdelijk zou kunnen invullen en welke schade u lijdt.
      • V 6.7 Verslag na bezoek arbeidsdeskundige

        Een arbeidsdeskundige is een deskundige die u begeleidt bij het door u weer geheel/gedeeltelijk zelfstandig uitvoeren van uw werkzaamheden en hoe u daarin moet omgaan met uw klachten. In het rapport legt de arbeidsdeskundige onder andere vast:
        • uw persoonlijke gegevens;
        • de aard van de uit te voeren (eigen) werkzaamheden;
        • het tijdsschema waarin u probeert de werkzaamheden (weer volledig) uit te voeren;
        • uw interesses;
        • de (aanvullende) opleidingen/aanpassingen;
        • uw beperkingen die u in uw werkzaamheden belemmeren en
        • de ontwikkeling van uw persoonlijke situatie.
        Voor de aansprakelijke verzekeraar kunnen de arbeidsdeskundige rapporten van belang zijn in verband met het vaststellen van de schade, het al dan niet inschakelen van andere deskundigen die u kunnen begeleiden bij uw herstel of het oppakken van uw werkzaamheden.
      • V 6.8 Ondernemingsplan

        In dit ondernemingsplan hebt u als ondernemer aandacht besteed aan onder andere:
        • een marktonderzoek;
        • de marktstrategie;
        • de omzet en
        • de te verwachten resultaten.
        Indien u vlak na het starten van uw onderneming een ongeval krijgt en hierdoor niet meer uw rol in de onderneming kan uitoefenen dan kan dit gevolgen hebben voor uw verdienvermogen. Omdat u recent bent gestart bent met uw onderneming, beschikt u waarschijnlijk over weinig cijfermatige gegevens die verlies aan verdienvermogen onderbouwen. Daarom vraagt de aansprakelijke verzekeraar het ondernemingsplan op om inzichtelijk te krijgen wat de verwachtingen zijn van uw onderneming. Dit gebruikt de aansprakelijke verzekeraar om de verandering in uw financiële situatie vast te stellen.
      • V 6.9 Pensioen

        Een ondernemer dient op eigen initiatief een financiële oudedagsvoorziening te treffen. Dit kan bijvoorbeeld in eigen beheer met een gefaciliteerde fiscale oudedagsreserve (FOR) of bij een particuliere verzekeraar via een lijfrente polis. Indien u door het ongeval klachten hebt en u kunt uw werkzaamheden niet meer verrichten dan kan dit gevolgen hebben voor uw financiële situatie. Doordat uw verdienvermogen is afgenomen, kan de opbouw van uw oudedagsvoorziening ook achterblijven vergeleken met uw situatie van voor het ongeval. Om uw pensioenschade in beeld te brengen kan de verzekeraar onder andere de volgende informatie van u opvragen:
        • uw jaarrekeningen;
        • uw aangiften inkomstenbelasting;
        • uw waardeoverzichten en
        • uw polisvoorwaarden.
      • V 6.10 Informatie over lopende contracten / opdrachten

        V 6.10 Informatie over lopende contracten / opdrachten
      • V 6.11 Informatie thuissituatie

        Onder thuissituatie wordt onder andere verstaan:
        • de samenstelling van uw gezin en
        • in en om de woning te verrichten werkzaamheden.
        Het ongeval kan bijvoorbeeld invloed hebben op:
        • de financiële situatie van het gezin en
        • de te verrichten werkzaamheden in en om de woning.
        Vandaar dat de aansprakelijke verzekeraar vaak in dit soort situaties een schaderegelaar de opdracht geeft om aan u een huisbezoek te brengen. De aansprakelijke verzekeraar doet dit om inzichtelijk te krijgen welke gevolgen het ongeval heeft op de financiële situatie voor de personen die met u samenwonen. Wellicht dat de aansprakelijke verzekeraar u ondersteuning kan bieden.
      • V 6.12 Bedrijfseconomisch rapport

        Het bedrijfseconomisch rapport geeft financiële informatie over de ontwikkeling van een bepaalde branche waarin u actief bent. De informatie voor het samenstellen van het bedrijfseconomisch rapport is vrijwillig door diverse bedrijven afgestaan. De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie bij u opvragen om zich een beeld te vormen van uw schade wanneer andere gegevens niet voorhanden zijn.
  • Algemeen: niet-verkeerszaken (O 1.0 t/m O 1.7)

    Introductie Letselschade Info Wijzer

    Voor slachtoffers

    Wanneer u een ongeval heeft gehad waarbij u letsel heeft opgelopen en waarvoor een ander aansprakelijk is, kunt u schadevergoeding vragen aan de veroorzaker van dit ongeval. Misschien heeft u kosten gemaakt zoals het moeten huren van krukken of heeft u huishoudelijk hulp moeten inschakelen. Of wellicht krijgt u uw salaris niet of niet helemaal doorbetaald, omdat u niet kunt werken. Het kan ook zo zijn dat uw herstel niet zo voorspoedig verloopt als u had gedacht of dat u niet volledig geneest van het opgelopen letsel.

    Wanneer u niet binnen enkele maanden helemaal bent hersteld (ten opzichte van vlak voor het ongeval), is het erg belangrijk dat u een belangenbehartiger inschakelt. Een belangenbehartiger kan u bijstaan bij het verhalen van uw schade en u adviseren over de juridische aspecten van uw zaak. Kijk voor meer informatie over belangenbehartigers op de website bij: ‘wie kan mij helpen’.

    Bij de behandeling van een letselschadezaak en het vaststellen van de hoogte van de passende schadevergoeding, moeten verschillende vragen worden beantwoord. Hiervoor is informatie nodig. Veel van die informatie zal de verzekeraar die de schadevergoeding moet betalen, bij u, het slachtoffer, opvragen.

    Het moeten beantwoorden van (veel) vragen kan echter belastend zijn voor u als slachtoffer. Zeker als voor u niet duidelijk is waarom bepaalde vragen worden gesteld. Misschien vraagt u zich af waarom u bepaalde informatie zou moeten verstrekken.

    Op dit deel van de website van De Letselschade Raad vindt u ter ondersteuning van de vele vragen die op u af kunnen komen, de Letselschade Info Wijzer”. Deze Info Wijzer is een soort checklist waarin u per onderwerp uitleg vindt waarom men bepaalde vragen aan u kan stellen en wat het belang van de opgevraagde informatie is. Daar waar dat belangrijk kan zijn, staat ook vermeld wanneer het juist niet noodzakelijk is om de gevraagde informatie te verstrekken. De checklist vormt op deze manier een hulpmiddel bij het beoordelen van het opvragen van informatie.

    Voor dienstverleners:

    Het gebruik van de Letselschade Info Wijzer kan voor bedrijven in de letselschadepraktijk (met name voor verzekeraars) een hulpmiddel zijn bij de uitleg aan een slachtoffer waarom zij bepaalde informatie van hem of haar wenst te ontvangen.

    Door in de lijst aan te klikken welke informatie men wil hebben, verschijnt er een tekstblok in beeld. In dit tekstblok verschijnt uitleg over het belang en de noodzaak van de gevraagde informatie. Organisaties kunnen de Info Wijzer zo gebruiken om een toelichting 'op maat' samen te stellen voor slachtoffers.

    Het is mogelijk om een enkel onderwerp met uitleg aan te klikken en uit te printen. Het is ook mogelijk om een checklist op maat samen te stellen. Meerdere aangeklikte onderdelen zijn te genereren in een lijst die vervolgens als pdf-document digitaal kan worden verstuurd of op papier kan worden uitgedraaid.

    De informatie wordt alleen gebruikt om het betreffende formulier te printen en wordt niet opgeslagen in een database. De privacy blijft hiermee gewaarborgd. Algemene achtergrond: De Letselschade Info Wijzer volgt uit Beginsel 8 van de Gedragscode Behandeling Letselschade. Het is bedoeld als hulpmiddel om het slachtoffer voor te lichten over het belang van het verstrekken van informatie. De checklist is eveneens functioneel voor de professionele dienstverlener, die de informatie ‘op maat’ kan opvragen.

    Slachtoffers ervaren het verstrekken van veel informatie vaak als belastend en krijgen vaak geen goede uitleg over de reden waarom de informatie moet worden verstrekt. In deze Info Wijzer kunnen slachtoffers lezen wat het belang van bepaalde vragen is, die hen bij de afwikkeling van een letselschade kunnen worden gesteld en in welke gevallen het niet noodzakelijk is om informatie te vragen.

    Het staat een ieder vrij om teksten van deze site te gebruiken voor eigen of professioneel gebruik,mits te allen tijde voorzien van correcte bronvermelding.

    Een voorbeeld om teksten van de website correct weer te geven staat hieronder beschreven.

    In de webtekst: Na een verkeersongeval Op deze site vindt u uitgebreide informatie over zaken waar u dan mee te maken kunt krijgen. Dat kan variëren van het regelen van een eenvoudige blikschade tot en met de afwikkeling van een verkeersongeval waarbij slachtoffers zijn gevallen (De Letselschade Raad)*

    In de documentatie: *Bron: De Letselschade Raad, Na een verkeersongeval, informatie over zaken waarmee u te maken kunt krijgen na een verkeersongeval, bekeken op 7 oktober 2009 op http://www.deletselschaderaad.nl/index.cfm?page=Slachtoffers

    • O 1.0 Vaststellen aansprakelijkheid

      • O 1.1 Aansprakelijkstelling

        Voor de verzekeraar is de (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling van belang onder andere voor:
        1. het in behandeling nemen van de schade;
        2. de beoordeling van de aansprakelijkheid;
        3. de beoordeling van de verjaring en
        4. de beoordeling van de stuiting van de verjaring.
        Het verzenden van de (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling is de start van de behandeling van de letselschade. U verzendt (per aangetekende post) de (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling naar de andere partij en/of zijn verzekeraar. Vergeet niet voordat u de (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling verstuurt een kopie van de originele (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling te maken voor uw eigen dossier. In de (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling probeert u zoveel mogelijk relevante gegevens te vermelden van u en van de tegenpartij (bijvoorbeeld naam adres en/of woonplaats gegevens/de verzekeraar/kenteken/polisnummer), de omvang en aard van de schade en u geeft aan waarom u de andere partij aansprakelijk acht. Naast het toezenden van de (formele) schriftelijke aansprakelijkstelling naar de andere partij is het aan te bevelen dat u hiervan een kopie zendt naar de aansprakelijke verzekeraar.
      • O 1.2 Schadeaangifteformulier aansprakelijkheid voor particulieren (AVP) / aansprakelijkheid voor bedrijven (AVB)

        Het uitgangspunt is dat iedere partij afzonderlijk een schadeaangifteformulier invult en ondertekent. Uiteraard geniet het de voorkeur dat beide partijen één formulier invullen en beiden ondertekenen. In de praktijk komt dit niet vaak voor. Een kopie van uw schadeaangifteformulier zendt u naar uw eigen rechtsbijstandverzekeraar, rechtshulpverlener, advocaat of de assurantietussenpersoon en een kopie vergezeld van de aansprakelijkstelling naar de aansprakelijke verzekeraar. Het is van belang dat u in het schade aangifteformulier aandacht besteedt onder andere aan de volgende onderwerpen:
        • de plaats van het ongeval;
        • het tijdstip van het ongeval;
        • het ongeval, wat er is gebeurd;
        • welke maatregelen u hebt getroffen voor het ongeval;
        • welke maatregelen zijn getroffen na het ongeval;
        • welke instructies u hebt gekregen;
        • de omstandigheden van het ongeval;
        • de aanwezigheid van politie/ambulance/arbeidsinspectie;
        • de aanwezigheid van bedrijfshulpverleners;
        • namen van getuigen en
        • wie u aansprakelijk acht.
        Wanneer u onder andere deze onderwerpen opneemt in uw beschrijving van uw schadeaangifteformulier dan kan de aansprakelijke verzekeraar beter de aansprakelijkheid beoordelen.
      • O 1.3 Leveringsvoorwaarden

        Uit de leveringsvoorwaarden kan blijken op welk moment een object wordt geleverd en wie aansprakelijk is tot en vanaf welk moment. Wanneer onduidelijkheden bestaan over het tijdstip van leveren dan kan de aansprakelijke verzekeraar de leveringsvoorwaarden opvragen. Vanuit deze leveringsvoorwaarden kan worden bepaald bij welke (rechts)persoon de aansprakelijkheid ligt.
      • O 1.4 Aannemingsovereenkomst / opdrachten / contracten

        Aannemingsovereenkomst/opdrachten/contracten hebt u gesloten met een andere partij. In dit soort overeenkomsten zijn vaak bepalingen opgenomen over wie aansprakelijk is voor welke werkzaamheden, gebeurtenissen en/of wie welke veiligheidsmaatregelen had moeten nemen. Wanneer bijvoorbeeld onduidelijkheid bestaat over de vraag wie welke veiligheidsmaatregelen had moeten nemen of wie aansprakelijk is, kan de aansprakelijke verzekeraar een van deze overkomsten opvragen.
      • O 1.5 Getuigenverklaringen

        De getuigenverklaring is een mondelinge en/of schriftelijke verklaring van een persoon die iets heeft gezien of gehoord en iets kan verklaren over de toedracht, omstandigheden van het ongeval en/of de aansprakelijkheid. De getuige kan bijvoorbeeld zijn:
        • een willekeurige derde;
        • een bestuurder;
        • een inzittende en
        • een ander (in)direct betrokken persoon, die zich op de plaats van het ongeval bevond ten tijde van het ongeval.
        De aansprakelijke verzekeraar vraagt de getuigenverklaring op wanneer bijvoorbeeld nog niet alle feiten van het ongeval voldoende duidelijk zijn voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. Indien alle gegevens voor de beoordeling van de aansprakelijkheid aanwezig zijn bij de aansprakelijke verzekeraar dan kan de aansprakelijke verzekeraar ervan afzien de getuigenverklaringen op te vragen.
      • O 1.6 Technisch onderzoek

        Een technisch onderzoek is een onderzoek aan de betrokken objecten en/of naar de sporen. Afhankelijk van de opdracht geeft het onderzoek duidelijkheid over de status van het object voor en/of na het ongeval (bijvoorbeeld de technische staat van onderhoud) en/of de sporen van het ongeval. Dit technisch onderzoek kan in opdracht van u en/of de aansprakelijke verzekeraar worden verricht door een expertisebureau. Noodzakelijk is dat het object voor dit onderzoek ter beschikking wordt gesteld. Veranderingen of reparaties aan het beschadigde object geven mogelijk een onzuiver beeld van de omstandigheden van het ongeval. De verzekeraar vraagt de uitkomst van het technisch onderzoek op indien onduidelijkheid bestaat over de omstandigheden van het ongeval voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. Deze duidelijkheid blijkt bijvoorbeeld niet uit de schade aangifteformulieren, politierapport, expertiserapport en/of getuigenverklaringen. Geeft een van de voornoemde gegevens wel duidelijkheid over de omstandigheden van het ongeval dan kan de verzekeraar ervan afzien om het technisch onderzoek op te vragen.
      • O 1.7 Toedrachtonderzoek

        Dit onderzoek is gericht op het verschaffen van duidelijkheid over de omstandigheden van het ongeval. Het onderzoek kan zich richten op het horen van betrokken partijen, horen van getuigen, een feitenonderzoek en/of reconstructie van het ongeval. Een toedrachtonderzoek kan in opdracht van u en/of de andere partij plaatsvinden. Een expertisebureau verricht het onderzoek veelal enkele dagen/weken/maanden na het ongeval. Een toedrachtonderzoek wordt verricht en/of gevraagd wanneer de omstandigheden van het ongeval niet voldoende duidelijk zijn voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. Indien bijvoorbeeld de schadeaangifteformulieren, de getuigenverklaringen en/of andere informatie voldoende duidelijkheid geven, kan de verzekeraar ervan afzien om het toedrachtonderzoek op te vragen en/of te laten verrichten.
      • O 1.8 Geschreven instructies door of namens de werkgever

        Geschreven instructies geven onder andere aan:
        • welke veiligheidsmaatregelen u had moeten treffen;
        • hoe u de werkzaamheden had moeten uitvoeren;
        • welke personen u hadden moeten assisteren;
        • aan welke voorwaarden (opleiding/vaardigheden) u had moeten voldoen;
        • aan welke voorwaarden uw werkgever had moeten voldoen;
        • welke veiligheidsprocedures hadden moeten worden uitgevoerd.
        Wanneer bij de aansprakelijke verzekeraar onduidelijkheid bestaat of aan één van deze instructies is voldaan dan kan de verzekeraar de instructies opvragen. Daarnaast zal de aansprakelijke verzekeraar aan u vragen op welke wijze u bekend bent gemaakt met deze geschreven instructies.
      • O 1.9 Handleiding

        In de handleiding wordt aandacht besteed aan de werking van, en omgang met bepaalde machines/goederen en welke gevaren dit met zich kan brengen. Voor de bepaling van de productaansprakelijkheid is van belang dat de handleiding duidelijk en voor zover mogelijk volledig is. Daarnaast moet de handleiding beschikbaar zijn geweest. Eventuele onvolledigheden/onduidelijkheden in de handleiding kunnen leiden tot aansprakelijkheid van de producenten/verkoper. Wanneer onduidelijk is of bepaalde instructies niet staan vermeld of onvolledig staan vermeld in de handleiding dan kan de aansprakelijke verzekeraar deze opvragen.
      • O 1.10 Gegevens branchevereniging

        Vanuit de branchevereniging kunnen richtlijnen zijn uitgezet met betrekking tot het verrichten van bepaalde werkzaamheden, omgang met machines en/of omgang met stoffen. Wanneer onduidelijkheid bestaat over de genomen veiligheidsmaatregelen dan kan de aansprakelijke verzekeraar deze informatie opvragen voor de beoordeling van de aansprakelijkheid.
      • O 1.11 Ongevalsrapport werkgever

        In een ongevalsrapport van de werkgever staat onder andere aangegeven:
        • wat is gebeurd tijdens het werk;
        • wie tijdens het ongeval aanwezig waren;
        • waar het is gebeurd;
        • welke maatregelen voorafgaande aan het ongeval waren genomen;
        • welke instructies voorafgaande aan het ongeval waren gegeven;
        • de uitgevoerde werkzaamheden ten tijde van het ongeval en
        • welke maatregelen na het ongeval zijn genomen.
        De aansprakelijke verzekeraar gebruikt dit rapport om te beoordelen of de werkgever zorgvuldig is geweest en voor de beoordeling van de aansprakelijkheid.
      • O 1.12 Rapport arbeidsinspectie

        Een rapport van de arbeidsinspectie geeft onder andere inzage in:
        • de aard van de verrichte werkzaamheden;
        • de omstandigheden waaronder de werkzaamheden zijn verricht;
        • of de werkgever heeft voldaan aan zijn zorgverplichting;
        • of de werknemer niet verwijtbaar heeft gehandeld en
        • wie nalatig is geweest.
        Na een bedrijfsongeval dat heeft geleid tot blijvend letsel, een ziekenhuisopname of misschien wel een overlijden van de betrokkene dan moet de arbeidsinspectie worden geïnformeerd. De arbeidsinspectie brengt een rapport uit waar onder andere aandacht wordt besteed aan de bovenstaande onderwerpen. De aansprakelijke verzekeraar kan dit rapport nodig hebben om de aansprakelijkheid te beoordelen.
      • O 1.13 Risico-inventarisatie en -evaluatie

        De risico-inventarisatie en -evaluatie van voor en/of na het ongeval geeft de aansprakelijke verzekeraar inzage in:
        • welke gevaren aanwezig waren;
        • wie hiervan voor en/of na het ongeval op de hoogte waren of moesten zijn;
        • welke instructies zijn gegeven ter voorkoming van de risico’s;
        • waarom bepaalde maatregelen destijds wel/niet zijn genomen en
        • welke maatregelen na het ongeval alsnog zijn genomen.
        De aansprakelijke verzekeraar heeft de informatie nodig om de aansprakelijkheid te beoordelen.
      • O 1.14 Strafrechtelijk vonnis

        Een strafrechtelijk vonnis is een uitspraak van de strafrechter waarin deze onder meer oordeelt of de andere partij het ten laste gelegde feit heeft begaan. Soms wordt iemand weliswaar aangemerkt als verdachte van een overtreding of misdrijf, maar staat het niet vast of hij het ten laste gelegde feit ook daadwerkelijk heeft begaan. Een beslissing van de strafrechter geeft duidelijkheid over de omstandigheden van het ongeval, betrokkenheid en/of schuld in strafrechtelijke zin. De verzekeraar vraagt de beslissing van de strafrechter op omdat die ook van belang kan zijn voor de beoordeling van de civielrechtelijke (burgerrechtelijke) aansprakelijkheid. Bij de verzekeraar kan onduidelijkheid bestaan over onder andere de aansprakelijkheid, causaliteit en/of feiten die ten grondslag liggen aan het ongeval. Civielrechtelijke (burgerrechtelijke) aansprakelijkheid betekent niet automatisch dat het feit ook volgens het strafrecht strafbaar is. Daarnaast leidt een strafbaar feit niet altijd tot civielrechtelijke aansprakelijkheid.
      • O 1.15 Weerbericht / voorspellingen

        Onverwachte veranderingen in de weersomstandigheden (plotselinge rukwinden/regen/gladheid/sneeuw) kunnen van belang zijn voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. Indien de andere partij is overvallen door deze onverwachte verandering in weersomstandigheden, kan de andere partij mogelijk een beroep op overmacht doen. Deze informatie kan van belang zijn voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. Zie ook: www.knmi.nl

      O 2.0 Materiele schade

      • O 2.1 Beschadigd object ter beschikking houden

        Voor de vaststelling van de materiële schade door de reparateur of expert. Het is aan te bevelen dat u het beschadigde object bewaart zolang de schade hieraan niet is vastgesteld en/of afgewikkeld. Reparatie van een beschadigd object is niet toegestaan zolang de expert de schade niet heeft vastgesteld. Overigens kunt u een kleine schade in overleg met de verzekeraar wel laten repareren. Iedere verzekeraar heeft een ander vastgesteld bedrag voor een kleine schade. Bij veel verzekeraars is de omvang van een kleine schade vastgesteld tussen de € 250 en € 500. Indien de schade het vastgestelde bedrag overstijgt, dient een expert de schade vast te stellen. Zolang de aansprakelijkheid niet is erkend, is het raadzaam om het object in de huidige staat te behouden. Indien u besluit de schade te laten repareren al dan niet met erkenning van de aansprakelijkheid, treedt u dan eerst in contact met de aansprakelijke verzekeraar.
      • O 2.2 Aankoopnota

        De aankoopnota is een bewijs van aanschaf. Op de aankoopnota staat vermeld onder meer de datum van aanschaf, wijze van betaling, bedrag van aankoop en/of de garantie. Voor de bepaling van de omvang schade is de aankoopnota van belang. Schade wordt in principe vergoed tegen dagwaarde of herstelkosten. De dagwaarde is de waarde van een zaak in de staat waarin deze zich op een bepaalde dag (bijvoorbeeld de dag voor het voorval/ongeval) bevindt. Het is dus mogelijk dat u voor de dagwaarde geen gelijksoortig nieuw object kan terugkopen. Veelal vraagt de aansprakelijke verzekeraar de aankoopnota op wanneer het een kleine schade betreft en/of u het beschadigde object inmiddels hebt weggegooid. Het inschakelen van een expert is soms duurder dan het vergoeden van de schade. Vandaar dat een verzekeraar soms alleen de aankoopnota opvraagt.
      • O 2.3 Garantiebewijzen

        Een garantiebewijs geeft duidelijkheid over welke schade door de verkoper dan wel producenten gedurende een bepaalde periode wordt vergoed of hersteld.
      • O 2.4 Reparatienota / huurnota

        De reparatienota is een nota waarop staat vermeld wat de kosten waren van het herstel van het beschadigde object. De huurnota is een nota waarop staat vermeld wanneer en hoelang u een vervangend object hebt gehuurd en wat u hiervoor hebt betaald. Deze informatie is van belang voor de vaststelling en eventuele vergoeding van de schade die u vordert als gevolg van het ongeval. Bij een kleine schade kan de verzekeraar de schade op basis van de reparatienota vergoeden. Bij veel verzekeraars is de omvang van een kleine schade vastgesteld tussen de € 250 en € 500. Indien het beschadigde object tijdelijk niet is te herstellen, kunt u een gelijkwaardig vervangend object huren. Deze huurkosten kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. U dient af te stemmen met de aansprakelijke verzekeraar of huurkosten voor vergoeding in aanmerking komen. Hebt u tijdelijk een vervangend object gehuurd dan zal de aansprakelijke verzekeraar u de huurkosten vergoeden op basis van de huurnota en reparatienota of expertiserapport. Huur van een vervangend object komt in principe voor vergoeding in aanmerking indien het een gelijkwaardig object is, het gehuurd is tijdens de reparatieduur van het beschadigde object en/of het andere schade beperkt.
      • O 2.5 Expertiserapport materieel

        Het expertiserapport is een rapport opgesteld door een expert waarin de schade van het beschadigde object is opgenomen. In principe wordt een expertiserapport opgesteld zodra de schade boven het bedrag van de kleine schade komt (zie O 2.1). De schade kan zijn vastgesteld op basis van de herstelkosten of dagwaarde. Wanneer de herstelkosten de dagwaarde overstijgen dan krijgt u de dagwaarde van het beschadigde object uitgekeerd. Daarnaast kunt u de restwaarde van het beschadigde object te gelde maken door het te verkopen aan de hoogste bieder. In alle andere gevallen vergoedt de aansprakelijke verzekeraar u de kosten van herstel. Het expertiserapport materieel is dus van belang voor de vaststelling van de omvang en aard van de schade. Indien u het niet eens bent met de omvang en/of aard van de vastgestelde schade dan kunt u een contra-expertise laten verrichten door een expert. De hoogste schadevaststelling wordt in principe aan u vergoed. Wat betreft de expertisekosten die door u worden gemaakt voor een contra-expertise is het aan te raden om eerst met de aansprakelijke verzekeraar af te stemmen of deze de kosten vergoed.
      • O 2.6 Huurnota vervangend voertuig

        Op de huurnota vervangend voertuig staat onder andere vermeld:
        • wanneer u een vervangend voertuig hebt gehuurd;
        • de periode van de huur;
        • het type van het vervangende voertuig en
        • de huurprijs per dag en/of de wijze van betaling.
        De verzekeraar kan de huurnota opvragen wanneer u de huur van een vervangend voertuig vordert. Indien uw voertuig is beschadigd, kunt u recht hebben op een gelijkwaardig vervangend voertuig voor een bepaalde periode. Dit vervangende voertuig kunt u huren. Alvorens u besluit te gaan huren, is het raadzaam om dit met de aansprakelijke verzekeraar af te stemmen. In principe is de huurperiode gelijk aan de reparatieperiode van het beschadigde voertuig met een maximum van 14 dagen bij compleet verlies of herstel van het beschadigde voertuig. In bijzondere gevallen kunt u langer huren, bijvoorbeeld wanneer bepaalde onderdelen uit het buitenland moeten komen. Indien u verwacht langer te gaan huren, stemt u dit dan af met de aansprakelijke verzekeraar. In principe vergoedt de verzekeraar 75% van uw huurkosten omdat u door de stilstand van het beschadigde voertuig geen variabele kosten hebt, zoals slijtage, banden, olie of onderhoud. Deze variabele kosten bespaart u zich en zijn gedisconteerd in de 25% huuraftrek. Indien u kunt aantonen dat de reële huurkosten hoger zijn dan de 75% vergoeding dan komen die in principe voor vergoeding in aanmerking.

      O 3.0 Verlies van arbeidsvermogen en/of zelfwerkzaamheid

      • O 3.1A Loonstroken van voor het ongeval

        Loonstroken zijn periodieke overzichten die uw werkgever aan u heeft verstrekt. Op deze periodieke overzichten staan verscheidene gegevens, zoals:
        • het brutoloon;
        • het nettoloon;
        • de ingehouden loonheffing;
        • de kostenvergoedingen;
        • de vakantiedagen;
        • de ziektedagen en
        • de arbeids- en heffingskorting.
        De loonstroken van voor het ongeval geven de situatie weer van uw verdienvermogen van voor het ongeval. Indien u naar aanleiding van het ongeval verlies aan verdienvermogen vordert dan kan de aansprakelijke verzekeraar aan u verscheidene loonstroken van voor het ongeval opvragen. De aansprakelijke verzekeraar bepaalt aan de hand van de opgevraagde loonstroken van voor en/of na het ongeval de omvang van uw schade. De omvang van de schade kan worden bepaald door de loonstroken van voor het ongeval te vergelijken met de loonstroken van na het ongeval. Het aantal loonstroken dat de aansprakelijke verzekeraar kan opvragen, is onder andere afhankelijk van de aard van de gevorderde schade (bijvoorbeeld een winstuitkering) of de periode waarover de schade wordt gevorderd.
      • O 3.1B Loonstroken van na het ongeval

        Loonstroken zijn periodieke overzichten die uw werkgever aan u heeft verstrekt. In deze loonstroken kunnen de financiële gevolgen van het ongeval zichtbaar zijn. Op deze periodieke overzichten staan verscheidene gegevens, zoals:
        • het brutoloon;
        • het nettoloon
        • de ingehouden loonheffing;
        • de kostenvergoedingen;
        • de vakantiedagen;
        • de ziektedagen en
        • de arbeids- en heffingskorting.
        De loonstroken na het ongeval geven de situatie van uw verdienvermogen weer van na het ongeval. Indien u naar aanleiding van het ongeval verlies aan verdienvermogen vordert dan kan de aansprakelijke verzekeraar aan u verscheidene loonstroken van na het ongeval opvragen. De aansprakelijke verzekeraar bepaalt aan de hand van de opgevraagde loonstroken van voor en/of na het ongeval de omvang van uw schade. De omvang van de schade kan worden bepaald door de loonstroken van voor het ongeval te vergelijken met de loonstroken van na het ongeval. Het aantal loonstroken dat de aansprakelijke verzekeraar kan opvragen is afhankelijk onder andere van de aard van de gevorderde schade (bijvoorbeeld een winstuitkering) of de periode waarover de schade wordt gevorderd.
      • O 3.2A Jaaropgave voor ongeval

        De jaaropgave is een overzicht van uw jaarinkomen die uw werkgever/uitkeringsinstantie aan u heeft verstrekt voor onder andere het invullen van uw belastingaangifte. Het loon voor loonbelasting, de loonheffing, de arbeidskorting, de ingehouden bijdrage zorgverzekeringswet en/of het burgerservicenummer staan onder andere vermeld op de jaaropgave. Indien u door het ongeval geheel of gedeeltelijk beperkt bent in de uitoefening van uw werkzaamheden dan kan dit tot schade leiden in de toekomst. Voor de berekening van uw schade zijn verscheidene jaaropgaven van belang om de mogelijke toekomstige ontwikkeling in uw verdienvermogen vast te stellen. De jaaropgaven van voor het ongeval kunnen voor de aansprakelijke verzekeraar van belang zijn voor het bepalen van het door u gevorderde verlies aan verdienvermogen als schade. In principe vraagt de aansprakelijke verzekeraar meerdere jaaropgaven op wanneer uw schade zich over een langere periode gaat uitspreiden.
      • O 3.2B Jaaropgave na ongeval

        De jaaropgave is een overzicht van uw jaarinkomen die uw werkgever/uitkeringsinstantie aan u heeft verstrekt voor onder andere het invullen van uw belastingaangifte. In deze jaaropgaven kunnen de financiële gevolgen van het ongeval zichtbaar zijn. Het loon voor loonbelasting, de loonheffing, de arbeidskorting, de ingehouden bijdrage zorgverzekeringswet en/of het burgerservicenummer staan onder andere vermeld op de jaaropgave. Indien u door het ongeval geheel of gedeeltelijk beperkt bent in de uitoefening van uw werkzaamheden dan kan dit tot schade leiden in de toekomst. Voor de berekening van uw schade zijn verscheidene jaaropgaven van belang om de mogelijke toekomstige ontwikkeling in uw verdienvermogen vast te stellen. De jaaropgaven van na het ongeval kunnen voor de aansprakelijke verzekeraar van belang zijn voor het bepalen van het door u gevorderde verlies aan verdienvermogen als schade. In principe vraagt de aansprakelijke verzekeraar meerdere jaaropgaven van voor en/of na het ongeval op wanneer uw schade zich over een langere periode gaat uitspreiden. Door het vergelijken van de jaaropgaven van voor en na het ongeval kan de aansprakelijke verzekeraar een indicatie krijgen van de verandering in uw verdienvermogen.
      • O 3.3A Jaarrekening(en) van voor het ongeval als u ondernemer bent

        Een jaarrekening is een overzicht waarin onder andere de bezittingen, de schulden, het eigen vermogen, de winst- en verliesrekening en een toelichting zijn opgenomen. De jaarrekening wordt opgesteld in het belang van de onderneming. Door het ongeval kunt u tijdelijk/blijvend gedeeltelijk/geheel arbeidsongeschikt zijn geraakt. Dit kan tot gevolg hebben dat de situatie in uw verdienvermogen is veranderd. Dit kan tot schade leiden voor u. De aansprakelijke verzekeraar kan verscheidene jaarrekeningen van voor het ongeval opvragen wanneer u verlies aan verdienvermogen vordert als schade. Afhankelijk van de omvang en duur van de gevorderde schade kan de aansprakelijke verzekeraar één of meerdere jaarrekeningen opvragen. Aan de hand van de jaarrekeningen probeert de aansprakelijke verzekeraar zich een beeld te vormen van de verandering in uw verdienvermogen.
      • O 3.3B Jaarrekening(en) van na het ongeval als u ondernemer bent

        Een jaarrekening is een overzicht waarin onder andere de bezittingen, de schulden, het eigen vermogen, de winst- en verliesrekening en een toelichting zijn opgenomen. In deze jaarrekeningen kunnen de financiële gevolgen van het ongeval zichtbaar zijn. De jaarrekening wordt opgesteld in het belang van de onderneming. Door het ongeval kunt u tijdelijk/blijvend gedeeltelijk/geheel arbeidsongeschikt zijn geraakt. Dit kan tot gevolg hebben dat de situatie in uw verdienvermogen is veranderd. Dit kan tot schade leiden voor u. De aansprakelijke verzekeraar kan verscheidene jaarrekeningen van na het ongeval opvragen wanneer u verlies aan verdienvermogen vordert als schade. Afhankelijk van de omvang en duur van de gevorderde schade kan de aansprakelijke verzekeraar één of meerdere jaarrekeningen opvragen. Aan de hand van een vergelijking tussen de jaarrekeningen van voor en na het ongeval probeert de aansprakelijke verzekeraar zich een beeld te vormen van de verandering in uw verdienvermogen.
      • O 3.4A Belastingaangifte(n) voor ongeval

        De belastingaangifte is een document waarin bronnen van inkomen zijn opgenomen die hebben geleid tot een belastingheffing voor het ongeval. Winst uit onderneming, inkomsten uit dienstbetrekking, resultaat uit overige werkzaamheden, inkomsten uit aanmerkelijk belang en/of inkomsten uit vermogen zijn onder andere bronnen die in een belastingaangifte kunnen staan. Door het ongeval kan de situatie in uw verdienvermogen wijzigen. Dit kan leiden tot schade voor u. De aansprakelijke verzekeraar vraagt de belastingaangifte(n) van voor het ongeval op om de wijziging in uw verdienvermogen te bepalen. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de aansprakelijke verzekeraar één of meerdere belastingaangiften opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. In principe vraagt een aansprakelijke verzekeraar meerdere belastingaangiften op wanneer de schade zich over een langere periode uitspreidt. Er bestaan meerdere soorten belastingaangiften zoals de aangifte inkomstenbelasting, de aangifte loonbelasting of de aangifte omzetbelasting.
      • O 3.4B Belastingaangifte(n) na ongeval

        De belastingaangifte is een document waarin bronnen van inkomen zijn opgenomen die hebben geleid tot een belastingheffing na het ongeval. Winst uit onderneming, inkomsten uit dienstbetrekking, resultaat uit overige werkzaamheden, inkomsten uit aanmerkelijk belang en/of inkomsten uit vermogen zijn onder andere bronnen die in een belastingaangifte kunnen staan. Door het ongeval kan de situatie in uw verdienvermogen wijzigen. Dit kan leiden tot schade voor u. De aansprakelijke verzekeraar vraagt de belastingaangifte(n) van na het ongeval op om de wijziging in uw verdienvermogen te bepalen. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de aansprakelijke verzekeraar één of meerdere belastingaangiften opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. In principe vraagt een aansprakelijke verzekeraar meerdere belastingaangiften op wanneer de schade zich over een langere periode uitspreidt. Een vergelijking tussen de belastingaangiften van voor en na het ongeval geeft de aansprakelijke verzekeraar een indruk van de verandering in uw financiële positie. Er bestaan meerdere soorten belastingaangiften zoals de aangifte inkomstenbelasting, de aangifte loonbelasting of de aangifte omzetbelasting.
      • O 3.5A Belastingaanslagen voor ongeval

        De belastingaanslag is een beschikking van de belastingdienst waarin de bronnen van inkomen zijn vastgesteld die tot belastingheffing hebben geleid. Uitgangspunt voor het vaststellen van de belastingaanslag is de door u ingevulde belastingaangifte. Indien u verlies aan verdienvermogen vordert, kan de aansprakelijke verzekeraar de belastingaanslagen opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. De belastingaanslagen geven de aansprakelijke verzekeraar informatie over uw bronnen van inkomen en toepasbare fiscale faciliteiten van voor het ongeval. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de verzekeraar één of meerdere belastingaanslagen opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. In principe vraagt een verzekeraar meerdere belastingaanslagen op wanneer de schade zich over een langere periode uitspreidt. Een vergelijking tussen de belastingaanslagen van voor en na het ongeval geeft de verzekeraar een indruk van de verandering in uw financiële positie. Er bestaan verscheidene soorten voorlopige/definitieve belastingaanslagen zoals de aanslag inkomstenbelasting, loonbelasting en/of omzetbelasting.
      • O 3.5B Belastingaanslag(en) na ongeval

        De belastingaanslag is een beschikking van de belastingdienst waarin de bronnen van inkomen zijn vastgesteld die tot belastingheffing hebben geleid. Uitgangspunt voor het vaststellen van de belastingaanslag is de door u ingevulde belastingaangifte. Indien u verlies aan verdienvermogen vordert, kan de verzekeraar de belastingaanslagen opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. De belastingaanslagen geven de verzekeraar informatie over uw bronnen van inkomen en toepasbare fiscale faciliteiten van na het ongeval. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de verzekeraar één of meerdere belastingaanslagen opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. In principe vraagt een verzekeraar meerdere belastingaanslagen op wanneer de schade zich over een langere periode uitspreidt. Een vergelijking tussen de belastingaanslagen van voor en na het ongeval geeft de verzekeraar een indruk van de verandering in uw financiële positie. Er bestaan verscheidene soorten voorlopige/definitieve belastingaanslagen zoals de aanslag inkomstenbelasting, loonbelasting en/of omzetbelasting.

         

      • O 3.6A Arbeidscontract(en) voor ongeval

        De arbeidsovereenkomst na het ongeval geeft aan welke afspraken tussen u en uw werkgever zijn gemaakt. Deze afspraken kunnen gaan over de werkduur, de hoogte van het salaris, de duur van het contract, wat te doen bij ziekte, etc. In een arbeidsovereenkomst kan ook worden verwezen naar een CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst). Als gevolg van het ongeval kunt u geheel/gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geraakt in de uitoefening van uw werkzaamheden. Dit kan gevolgen hebben op uw verdienvermogen en/of arbeidsovereenkomst. Uit uw arbeidsovereenkomst kan worden herleid welke gevolgen het ongeval heeft op uw persoonlijke situatie. Indien u verlies aan verdienvermogen vordert dan kan de aansprakelijke verzekeraar uw arbeidsovereenkomst van na het ongeval opvragen. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de verzekeraar één of meerdere arbeidsovereenkomsten opvragen. Een vergelijking van de arbeidsovereenkomst van voor en na het ongeval geven de verzekeraar een indruk in de veranderingen in uw verdienvermogen.
      • O 3.6B Arbeidscontract(en) na ongeval

        De arbeidsovereenkomst na het ongeval geeft aan welke afspraken tussen u en uw werkgever zijn gemaakt. Deze afspraken kunnen gaan over de werkduur, de hoogte van het salaris, de duur van het contract, wat te doen bij ziekte, etc. In een arbeidsovereenkomst kan ook worden verwezen naar een CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst). Als gevolg van het ongeval kunt u geheel/gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geraakt in de uitoefening van uw werkzaamheden. Dit kan gevolgen hebben op uw verdienvermogen en/of overeenkomst. Uit uw arbeidsovereenkomst kan worden herleid welke gevolgen het ongeval heeft op uw persoonlijke situatie. Indien u verlies aan verdienvermogen vordert dan kan de aansprakelijke verzekeraar uw arbeidsovereenkomst van na het ongeval opvragen. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de verzekeraar één of meerdere arbeidsovereenkomsten opvragen. Een vergelijking van de arbeidsovereenkomst van voor en na het ongeval geven de verzekeraar een indruk in de veranderingen in uw verdienvermogen.
      • O 3.7 Schadeberekeningsrapport

        Een schadeberekeningsrapport is een rapportage opgesteld door een rekenbureau waarin uw verdienvermogen voor de toekomst is berekend. Aan de hand van bijvoorbeeld uw jaaropgaven, jaarstukken, beoordelingen en/of enkele veronderstellingen berekent het rekenbureau uw verdienvermogen voor de toekomst. Een schadeberekeningsrapport wordt in principe opgesteld wanneer u tijdelijk/geheel arbeidsongeschikt bent en dit tot aanzienlijke schade leidt in de toekomst. De aansprakelijke verzekeraar kan in overleg met u dan wel met uw rechtshulpverlener afstemmen of het nodig is om een schadeberekeningsrapport op te laten stellen. Het schadeberekeningsrapport geeft aan welke uitgangspunten zijn genomen voor de berekening van uw schade. Ook is het mogelijk dat u alleen de beslissing maakt voor het opstellen van een schadeberekeningsrapport. Alleen loopt u dan het risico dat de aansprakelijke verzekeraar het niet eens is met de uitgangspunten waarop het rapport is gebaseerd en het rapport dus niet accepteert.
      • O 3.8 Pensioenregeling

        Een pensioenregeling is een regeling die u vanuit de werkgever wordt aangeboden. Kenmerkend voor een pensioenregeling is dat gedurende uw dienstverband geld wordt gestort bij een pensioenfonds. Na het bereiken van een bepaalde leeftijd komen de opgebouwde aanspraken tot uitkering. De uitkering van deze aanspraken vindt plaats door een pensioenfonds. De grondslag voor de pensioenopbouw betreft uw salaris verminderd met uw AOW-franchise. Door het ongeval kan uw verdienvermogen afnemen. Dit verdienvermogen kan de basis zijn voor de opbouw van uw pensioen. Indien uw verdienvermogen door het ongeval is afgenomen, bouwt u ten opzichte van voor het ongeval minder pensioen op. Dit leidt later tot een lagere pensioenuitkering. Zodra u het pensioenverlies als schade vordert, kan de aansprakelijke verzekeraar de pensioenregeling opvragen.
      • O 3.9 Arbeidsvoorwaarden (zoals bijvoorbeeld een CAO)

        Arbeidsvoorwaarden maken deel uit van een arbeidsovereenkomst. Deze arbeidsvoorwaarden betreffen bijvoorbeeld:
        • het loon;
        • het verzuimbeleid;
        • het arbeidsongeschiktheid;
        • het overwerk en de beloning hiervan;
        • de arbeidstijden;
        • de vakantieduur;
        • de ontslagprocedures en
        • de uitkeringen bij overlijden.
        Bepaalde bedrijven kunnen hun eigen arbeidsvoorwaarden hebben, andere bedrijven volgen de collectieve arbeidsvoorwaarden zoals die zijn bepaald in de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) en weer andere bedrijven hebben hun eigen collectieve arbeidsvoorwaarden. De arbeidsvoorwaarden in de CAO kunnen voorrang hebben op de arbeidsvoorwaarden in een (individuele) arbeidsovereenkomst. Indien u door het ongeval schade lijdt die betrekking heeft op uw verdienvermogen kan de aansprakelijke verzekeraar de (Collectieve) arbeidsvoorwaarden opvragen. Met behulp van deze arbeidsvoorwaarden vergelijkt de aansprakelijke verzekeraar uw situatie van voor het ongeval met die van na het ongeval.
      • O 3.10 Plan van aanpak Wet Verbetering Poortwachter (WVP)

        De werkgever is verplicht een arbeidsongeschikte werknemer te re-integreren op grond van de WVP. De arbeidsongeschikte werknemer is verplicht om mee te werken aan de re-integratie. Re-integratie in dit verband wil zeggen dat u voor zover mogelijk weer in staat bent om al dan niet passende werkzaamheden te verrichten zoals u die voor het ongeval verrichtte. Of re-integratie mogelijk is, hangt af van u en uw werkgever. Indien het er naar uitziet dat de arbeidsongeschiktheid langdurig is, maakt de werkgever na de zesde ziekteweek een probleemanalyse op en geeft de arbo-arts een advies. Het plan van aanpak bestaat uit de probleemanalyse, het advies van de arbo-arts en een plan voor herstel en re-integratie van u. Aan de hand van dit plan probeert u geleidelijk uw taken weer op te pakken en uit te breiden afhankelijk van de ontwikkeling van uw klachten. Dit plan wordt uiterlijk in de achtste week na uw ziekmelding opgesteld door u en uw werkgever. De aansprakelijke verzekeraar kan dit plan van aanpak opvragen voor de beoordeling van de gevorderde schade door u en/of uw werkgever. Het plan van aanpak gebruikt de aansprakelijke verzekeraar onder andere om te beoordelen of u en uw werkgever voldoende meewerken aan/zich inspannen voor uw re-integratie. Indien blijkt dat u en/of uw werkgever niet/niet voldoende meewerken aan /zich inspannen voor uw re-integratie dan kan dit gevolgen hebben voor de schadevergoeding.
      • O 3.11 Beschikking UWV

        Een beschikking is een positief of negatief besluit genomen door een (uitvoerend) overheidsorgaan op een aanvraag tot een uitkering (bijvoorbeeld een aanvraag voor een ZW/WW/WIA/WAO/Wajong/WAZ-uitkering). Indien de beschikking positief is, krijgt u uw uitkering toegewezen. Afhankelijk van uw persoonlijke situatie en gedeeltelijke of gehele arbeidsongeschiktheid zowel voor als na het ongeval kunt u recht hebben op een uitkering van het UWV (ZW/WW/WIA/WAO/Wajong/WAZ). Hiervoor dient u een aanvraag in te dienen bij het UWV. Alvorens uw aanvraag wordt toegewezen, dient u te voldoen aan een aantal voorwaarden. Eén van de voorwaarden die het UWV aan u kan stellen, is dat u op bezoek komt bij de verzekeringsarts. Deze arts inventariseert, al dan niet te samen met een arbeidsdeskundige, wat uw klachten en/of uw mogelijkheden zijn. Dit vormt onder andere de basis voor uw uitkering en het percentage functionele arbeidsongeschiktheid. Waarom wil de aansprakelijke verzekeraar deze informatie hebben?
        1. Indien blijkt dat u reeds voor het ongeval functioneel beperkt was dan heeft dit gevolgen voor de schadevaststelling. De verzekeraar vergelijkt uw mate van functionele beperkingen van voor en na het ongeval met elkaar voor de vaststelling van uw schade.
        2. Indien u als gevolg van het ongeval functioneel beperkt bent geraakt dan kan de vaststelling hiervan door het UWV als leidraad dienen voor het vaststellen van de schade.
        Functioneel beperkt houdt in dat u niet in de gelegenheid (meer) bent om bepaalde activiteiten geheel of gedeeltelijk zelf te verrichten omdat u lichamelijke klachten hebt. Een (medisch) specialist stelt vast of u functioneel beperkt bent.
      • O 3.12 Uitkeringsbesluit UWV

        Zodra u een positieve beschikking hebt ontvangen op uw aanvraag voor een uitkering (ZW/WW/WIA/WAO/Wajong/WAZ), gaat het UWV over tot een periodieke uitbetaling van de toegewezen uitkering. Naast de feitelijke betaling van het bedrag ontvangt u een uitkeringsbesluit. Hierop staat vermeld wat en hoeveel aan u is uitbetaald en wat is ingehouden door het UWV. Het uitkeringsbesluit is te vergelijken met een loonstrook. Het uitkeringsbesluit van het UWV is onder andere van belang voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. Het verschil tussen uw inkomen voor het ongeval en uw inkomen na het ongeval, inclusief de uitkering van het UWV, geeft een indicatie van uw verlies aan verdienvermogen. De aansprakelijke verzekeraar kan het uitkeringsbesluit van het UWV vragen voor de beoordeling van uw verlies aan verdienvermogen.
      • O 3.13 Informatie over de eigen AOV, WIA Hiaat en/of WIA Excedent verzekering

        De arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) is een verzekering die u als zelfstandig ondernemer hebt afgesloten in verband met eventuele toekomstige arbeidsongeschiktheid. Indien u als zelfstandige arbeidsongeschikt raakt, kan dit gevolgen hebben voor uw verdienvermogen. Omdat een zelfstandige geen beroep kan doen op een sociale regeling, heeft de zelfstandige zich met behulp van een AOV hiervoor verzekerd. De WIA Hiaat verzekering is een verzekering voor een werknemer die na twee jaar arbeidsongeschiktheid niet meer volledig kan werken en verlies aan verdienvermogen heeft. De uitkering die u op basis van de WIA ontvangt, is minder dan uw oorspronkelijke loon. Voor het verschil tussen uw loon en de WIA uitkering bent u mogelijk via een WIA Hiaat verzekering verzekerd. Een werknemer die tussen de 35% en 100% arbeidsongeschikt is en een jaarloon heeft dat boven de € 47.802 uitkomt, krijgt voor het deel dat boven het maximum jaarloon ad € 47.802 ligt geen WIA (Hiaat)-uitkering. U hebt zich hiervoor mogelijk verzekerd via een WIA Excedent verzekering. De WIA Excedent verzekering is een verzekering voor een werknemer die na twee jaar arbeidsongeschiktheid niet meer volledig kan werken, verlies aan verdienvermogen heeft en waarvan het jaarloon boven de € 47.802 (voor 2009) ligt. De aansprakelijke verzekeraar kan de polisvoorwaarden en/of het besluit van (AOV/WIA) verzekeraar opvragen voor het vaststellen van de omvang van de schade. Uit de polisvoorwaarden en/of het besluit kunnen de uitgangspunten voor de vaststelling van de uitkering en/of mate van arbeidsongeschiktheid duidelijk worden voor de aansprakelijke verzekeraar.
      • O 3.14 Uitkeringsbescheiden ( AOV / WIA Hiaat / WIA Excedent) verzekeraars

        Indien u als zelfstandige een AOV-uitkering, of als werknemer een WIA Hiaat/Excedent uitkering ontvangt, krijgt u per periode een schriftelijk overzicht van de uitkering. In dit overzicht kan onder andere staan hoe de uitkering over die periode is vastgesteld/berekend door de particuliere verzekeraar en/of welke uitgangspunten hiervoor zijn gehanteerd. De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie opvragen voor onder andere het vast stellen van de uitgangspunten in verband met het vaststellen van uw schade zoals bedoeld in deze rubriek.
      • O 3.15 Opleidingsgegevens / Rapporten / Verklaring opleidingsbegeleider / Diploma's / Getuigschriften

        Opleidingsgegevens/rapporten zijn documenten/bescheiden die aan u zijn verstrekt door het opleidingsinstituut waar u de opleiding volgde dan wel volgt. Deze documenten/bescheiden geven informatie over uw studieresultaten en/of uw inschrijving bij het opleidingsinstituut. Bij bepaalde opleidingen of tijdens bepaalde vakken gedurende een opleiding krijgt u een opleidingsbegeleider (mentor/decaan/scriptiebegeleider) toegewezen. De opleidingsbegeleider houdt onder andere de voortgang bij tijdens de duur van de opleiding/project. Een voorbeeld hiervan is een scriptie die u schrijft of een natuurkundig/scheikundig onderzoek dat u verricht. Dit zijn projecten waarvan het resultaat in stappen tot stand komt. Uit de verklaring van de studiebegeleider blijkt de voortgang in uw opleiding/project van voor en/of na het ongeval voor de andere partij. Maar de verklaring van de opleidingsbegeleider kan ook betrekking hebben op uw persoonlijke ontwikkeling. Een diploma is een schriftelijk document dat u hebt ontvangen van een opleidingsinstituut bij het succesvol afronden van een opleiding bij een opleidingsinstituut. Een getuigschrift is een schriftelijk document dat u kunt opvragen bij uw voormalige werkgever. De werkgever is verplicht dit aan u af te geven. Hierin staat vermeld dat u daar werkzaam bent geweest en in welke periode. Daarnaast staat het de voormalig werkgever vrij om een uitspraak te doen over de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden. Opleidingsgegevens, rapporten, diploma’s, getuigschriften en/of de verklaring van de opleidingsbegeleider kunnen de aansprakelijke verzekeraar inzage geven in uw persoonlijke ontwikkeling. De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie opvragen onder andere voor het bepalen van uw mogelijkheden in het kader van de re-integratie en/of de bepaling van de omvang van uw schade ter zake van uw studievertraging. Zie: www.deletselschaderaad.nl/richtlijnen/studievertraging
      • O 3.16 Verklaring werkgever (betreffende functioneren)

        Vaak beschikt uw werkgever over functionerings- en beoordelingsverslagen. Dit zijn verslagleggingen van uw werkgever waarin is aangegeven hoe u uw werkzaamheden voor en/of na het ongeval uitvoerde. Zijn deze niet aanwezig dan kan de aansprakelijke verzekeraar u/uw werkgever achteraf alsnog verzoeken om een verklaring op te stellen. De aansprakelijke verzekeraar kan een verklaring van de werkgever opvragen om onder andere na te gaan hoe u de werkzaamheden zowel voor als na het ongeval hebt verricht en/of hoe de arbeidsverhouding tussen u en uw werkgever is. Dit kan voor de aansprakelijke verzekeraar van belang zijn voor de vaststelling van uw schade. Indien uit de verslaglegging blijkt dat uw functioneren ten opzichte van voor het ongeval achterblijft, kan de aansprakelijke verzekeraar besluiten tot (tijdelijke) begeleiding door bijvoorbeeld een arbeidsdeskundige.
      • O 3.17 Verklaringen voormalige werkgevers

        De functionerings- en/of beoordelingsverslagen van voormalige werkgevers kunnen de aansprakelijke verzekeraar een indruk geven bijvoorbeeld over uw functioneren, de aard van de uitgevoerde werkzaamheden, de duur van het dienstverband en/of de reden voor het beëindigen van het dienstverband. Op het moment dat u betrokken raakt bij een ongeval kunt u op zoek zijn naar werk, in uw proeftijd zitten of een contract voor bepaalde tijd hebben dat niet wordt verlengd. Door het ongeval bent u niet in de gelegenheid om geheel/gedeeltelijk werkzaamheden te verrichten en vordert u verlies aan verdienvermogen. Zonder het plaatsvinden van het ongeval had u (op korte termijn) wel soortgelijke werkzaamheden verricht. De aansprakelijke verzekeraar gebruikt deze informatie bijvoorbeeld om uw schade vast te stellen of voor uw re-integratie.
      • O 3.18 Rapport re-integratiedeskundige

        Een re-integratiedeskundige onderzoekt samen met u over welke specifieke kwaliteiten u beschikt, welke werkzaamheden uw interesse hebben, bij wat voor een organisatie u zou willen werken en of dit reëel is op basis van gevolgde opleidingen, werkervaring en aanwezige beperkingen. Wanneer u dit samen met de re-integratiedeskundige hebt afgestemd, stelt die een rapport op. Aan de hand van dit rapport gaat u proberen onder begeleiding van de deskundige te re-integreren. De ontwikkelingen van uw re-integratie worden vastgelegd in dit rapport. Indien blijkt dat de re-integratie niet of ten dele realiseerbaar is dan kan dit gevolgen hebben voor de omvang van de schade terzake van het verlies aan verdienvermogen. De aansprakelijke verzekeraar vraagt dit rapport op om inzage te krijgen in het verloop van uw re-integratie. Afhankelijk van de re-integratie kan de aansprakelijke verzekeraar besluiten tot (aanvullende) ondersteuning door een deskundige (bijv. arbeidsdeskundige/psycholoog). Daarnaast is het re-integratie rapport van belang voor de vaststelling van uw schade.
      • O 3.20 Verklaringen opdrachtgevers

        Een verklaring van de opdrachtgever geeft aan dat u bij een opdrachtgever zelfstandig een opdracht zou uitvoeren en/of hebt uitgevoerd. In de verklaring kan onder andere zijn opgenomen:
        • de duur van de opdracht;
        • de overeengekomen vergoeding;
        • de aard van de uitgevoerde/uit te voeren werkzaamheden;
        • de boetebedingen en
        • de reden van het staken van de opdracht.
        Indien u door het ongeval geen opdracht kan aannemen en/of uw opdracht is stopgezet dan heeft dit gevolgen op uw verlies aan verdienvermogen. De aansprakelijke verzekeraar kan aan u verklaringen van opdrachtgevers vragen voor de beoordeling van het door u gevorderde verlies aan verdienvermogen als schade.
      • O 3.21 Ojectieve gegevens loopbaanontwikkeling

        Indien u stelt dat u zonder het ongeval een bepaalde groei/ontwikkeling zou hebben doorgemaakt dan wordt vergelijkend materiaal opgevraagd van soortgelijke personen (zelfde opleiding/maatschappelijke positie/woonplaats/provincie) bij onder andere het Centraal Bureau van de Statistiek. De aansprakelijke verzekeraar kijkt onder andere naar uw ontwikkeling in het verleden, de ontwikkeling van derden in een soortgelijke positie en hun maatschappelijke en/of economische groei. Aan de hand van het geschetste toekomstperspectief probeert de aansprakelijke verzekeraar uw verlies aan verdienvermogen vast te stellen.
      • O 3.22 Rapporten arbeidsdeskundige door verzekeraars

        Een arbeidsdeskundige is een deskundige die u begeleidt bij het door u weer geheel/gedeeltelijk zelfstandig uitvoeren van uw werkzaamheden en hoe u daarin moet omgaan met uw klachten. In het rapport legt de arbeidsdeskundige onder andere vast:
        • uw persoonlijke gegevens;
        • de aard van de uit te voeren (eigen) werkzaamheden;
        • het tijdsschema waarin u probeert de werkzaamheden (weer volledig) uit te voeren;
        • uw interesses;
        • (aanvullende) opleidingen/aanpassingen;
        • uw beperkingen die u in uw werkzaamheden belemmeren en
        • de ontwikkeling van uw persoonlijke situatie.
        Voor de aansprakelijke verzekeraar kunnen de arbeidsdeskundige rapporten van belang zijn in verband met het vaststellen van de schade, het al dan niet inschakelen van andere deskundigen die u kunnen begeleiden bij uw herstel en/of het oppakken van uw werkzaamheden.
      • O 3.23 Assessment (capaciteiten / kwaliteiten en/of psychologisch onderzoek)

        Een assessment is een (schriftelijke) beoordeling door een deskundige (bijv. een psycholoog).Het kan onder andere bestaan uit bijvoorbeeld een rollenspel en/of een psychologische test. Door het doen van een assessment krijgt een ander inzage in uw persoonlijke kwaliteiten (bijv. analytisch denkvermogen, sociale vaardigheden en/of oplossingsgericht denken). De uitkomst van het assessment wordt vaak vastgelegd in een rapport dat aan u ter inzage wordt verstrekt. Voor de aansprakelijke verzekeraar is een assessment relevant in verband met uw re-integratie naar een passende werkomgeving en/of de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen.
      • O 3.24 Ontslagbescheiden na het ongeval

        Soms is het mogelijk dat de werkgever de dienstbetrekking met u wil beëindigen na het ongeval. Afhankelijk van de aard van arbeidsovereenkomst dient dit met een ontslagvergunning plaatsvinden. Indien de werkgever een ontslagvergunning aanvraagt of een uitspraak van de kantonrechter afwacht. dient de werkgever duidelijk te maken dat hij alles heeft gedaan om u te re-integreren naar een passende werkomgeving. De ontslagbescheiden van na het ongeval geven de aansprakelijke verzekeraar inzage in de reden van ontslag en/of de verrichte re-integratie activiteiten. De aansprakelijke verzekeraar heeft deze informatie nodig voor het vaststellen van het verlies aan verdienvermogen dan wel de loonvordering van de werkgever.

      O 4.0 Huishoudelijke hulp

      • O 4.1 Rapport arbeidsdeskundige

        Door een arts worden uw beperkingen vastgesteld. De arbeidsdeskundige ontvangt van de arts dit medisch rapport en gaat, al dan niet in overleg met u, uw belastbaarheid vaststellen en/of uitbreiden. Het uitbreiden van uw belastbaarheid vindt plaats binnen een bepaalde periode. De ontwikkelingen in de uitbreiding van uw belastbaarheid en overige relevante factoren (ziekte/vakantie) legt de arbeidsdeskundige vast in een rapport. Het rapport geeft de aansprakelijke verzekeraar inzage in de ontwikkeling en uitbreiding van uw belastbaarheid, onder andere in uw huishoudelijke werkzaamheden. De aansprakelijke verzekeraar krijgt een beeld onder andere van uw mogelijkheden, beperkingen , behoefte aan ondersteuning en uw schade.
      • O 4.2 Een indicatiestelling

        Indien u hulp nodig hebt, kan u een indicatie krijgen van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ beoordeelt of u in aanmerking komt voor zorg, voor welke zorg en voor hoelang. Deze zorg kunt u krijgen in natura of in geld (persoonsgebonden budget/PGB). Bij de aanvraag van een indicatie maakt u kenbaar of u een PGB wilt of zorg in natura. De uitgangspunten voor het toewijzen van deze zorg worden vastgelegd in de indicatiestelling. Hierin staat vermeld, hoeveel zorg u nodig hebt (de klasse), op welke zorg u recht hebt (de functie), de duur van de indicatie (tijd) en of u de zorg in natura of als persoongebonden budget ontvangt (de aard). Een indicatiestelling geeft de aansprakelijke verzekeraar de uitgangspunten van de benodigde zorg/hulp/begeleiding. De verzekeraar gebruikt deze informatie voor het vaststellen van de beperkingen en/of schade. Zie: www.ciz.nl
      • O 4.3 Zorg in natura

        Indien u hulp nodig hebt en u hebt gekozen voor zorg in natura dan staat dit in uw indicatiestelling aangegeven. Het CIZ stuurt de indicatiestelling naar een zorgkantoor bij u in de buurt. Het zorgkantoor zorgt ervoor dat een zorgverlener wordt ingeschakeld. Deze zorgverlener verleent aan u de zorg. U kunt eventueel ook zelf een zorgverlener kiezen. Een zorgverlener is bijvoorbeeld een verzorgingshuis, thuiszorgorganisatie of een instelling voor begeleid wonen. Afhankelijk van de omvang van de toegekende zorg en verleende zorg kan u een eigen bijdrage verschuldigd zijn. Hiervoor ontvangt u periodiek een nota van het CAK (Centraal Administratie Kantoor). Op deze nota staat onder andere het aantal uur verleende zorg, het verschuldigde bedrag of de verschuldigde eigen bijdrage. Deze informatie kan voor de aansprakelijke verzekeraar van belang zijn om onder andere uw schade te bepalen of inzage te krijgen in uw behoefte aan zorg voor en/of na het ongeval. Zie: www.ciz.nl en www.hetcak.nl
      • O 4.4 Gegevens persoonsgebonden budget (PGB)

        Een PGB is een geldbedrag dat aan u wordt toegekend door het CIZ bij u in de buurt op grond van de AWBZ voor de inkoop van zorg/hulp/begeleiding. Het zorgkantoor beslist over de hoogte van uw PGB en de eventueel verschuldigde eigen bijdrage. Het besluit legt het zorgkantoor in een beschikking vast. De beschikking van het zorgkantoor betreffende het PGB geeft aan in hoeverre u zorg nodig hebt voor en/of na het ongeval en/of in hoeverre u een eigen bijdrage moet afdragen. De beschikking van het zorgkantoor is van belang voor de verschuldigde eigen bijdrage en/of de vaststelling van uw schade. Zie: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/persoonsgebonden-budget
      • O 4.5 Verklaring van de huishoudelijke hulp

        De verklaring van de huishoudelijke hulp geeft onder andere aan:
        • de omvang van de verrichte hulp van voor het ongeval;
        • de omvang van de verrichte hulp na het ongeval;
        • de naam, adres en woonplaatsgegevens van de huishoudelijke hulp en
        • welke vergoeding is ontvangen voor de verleende hulp.
        Een huishoudelijke hulp is iemand die u met enige regelmaat helpt/ondersteunt in uw huishouding. Voor de aansprakelijke verzekeraar dient de verklaring van de huishoudelijk hulp als onderbouwing van de gevorderde zorg en de daarmee corresponderende betalingen aan de hulp. Wanneer u bijvoorbeeld niet kunt beschikken over een verklaring van de huishoudelijke hulp dan kunt u een tijdelijke beroep doen op De Letselschade richtlijn huishoudelijke hulp. U kunt dan aanspraak maken op een normbedrag. Wilt u meer weten over deze richtlijn en de toepassing ervan, klik dan op de onderstaande link. Ongeacht of richtlijn van toepassing is, kan de aansprakelijke verzekeraar u de werkelijke kosten vergoeden. U dient wel aan te tonen dat u deze kosten hebt gemaakt als een gevolg van het ongeval. Het is niet de intentie van de aansprakelijke verzekeraar dat deze gegevens bij derden terecht komen. Deze informatie is uitdrukkelijk voor intern gebruik van de aansprakelijke verzekeraar. Zie: www.deletselschaderaad.nl/richtlijnen/huishoudelijkehulp
      • O 4.6 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) 2015

        Gemeenten zijn met deze wet verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking of met chronische, psychische of psychosociale problemen. De ondersteuning moet erop gericht zijn dat mensen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven. Bij de gemeente kunnen voorzieningen aangevraagd worden o.a. :
        • vervoer ( zoals een rolstoel, scootmobiel,  & aangepast collectief vervoer)
        • woningaanpassingen
        • tegemoetkoming in de kosten van verhuizen; -urgentie verklaring om te verhuizen
        • huishoudelijke hulp
        • begeleiding individueel
        • begeleiding groep ( incl. vervoer)
        De WMO beschikking geeft de aansprakelijke verzekeraar een indicatie van de door u gevraagde/benodigde ondersteuning voor en/of na het ongeval en over een eventuele verschuldigde eigen bijdrage. Meer informatie
      • O 4.7 Afrekening (diverse) eigen bijdragen

        Het is mogelijk dat u voor bepaalde zorgverlening een eigen bijdrage hebt moeten betalen. Indien dit een gevolg is van het ongeval dan kunt u de eigen bijdragen als schade vorderen. Daarom vraagt de aansprakelijke verzekeraar de afrekening op en kan hierdoor inzage krijgen in uw schade.

      O 5.0 Overlijden

      • O 5.1 Afrekening uitvaartkosten (begrafenis/crematie)

        Uitvaartkosten zijn kosten die u hebt gemaakt voor de uitvaart van de overledene. Indien die kosten in overeenstemming zijn met de levensstandaard van de overledene dan kunt u deze kosten vergoed krijgen. Alvorens u de kosten gaat maken is het wellicht verstandig om dit met de aansprakelijke verzekeraar af te stemmen, voor zover dit mogelijk is. De aansprakelijke verzekeraar vraagt de afrekening uitvaartkosten op om te beoordelen of de kosten in overeenstemming zijn met de levensstandaard van de overledene. Voor zover deze kosten in overeenstemming zijn met de levensstandaard van de overledene dan vergoedt de aansprakelijke verzekeraar de uitvaartkosten aan u.
      • O 5.2 Uitvaartverzekering

        De uitvaartverzekering geeft dekking voor de kosten van de begrafenis of crematie. De verzekering kan de kosten van de uitvaart geheel of gedeeltelijk dekken. Afhankelijk van het soort uitvaartverzekering keert deze het verzekerde bedrag in natura dan wel in geld uit. Indien de uitvaartkosten het verzekerde bedrag overstijgen kunt u dit vorderen van de aansprakelijke verzekeraar, mits aan de overige vereisten wordt voldaan. De aansprakelijke verzekeraar vraagt de polis van de uitvaartverzekering op en de afrekening van de uitvaartkosten om te bepalen welk bedrag als schade aan u kan worden vergoed.
      • O 5.3 Verklaring van erfrecht

        In de verklaring van erfrecht verklaart de notaris wie is overleden en/of de overledene een testament heeft opgesteld en wie de erfgenamen zijn. Afhankelijk van het aantal erfgenamen staat ook de persoon vermeld die belast is met afwikkeling van de erfenis. Indien de betrokkene bij een ongeval overlijdt, is een bepaalde groep van personen gerechtigd tot schadevergoeding. Deze groep personen is nader in de wet uitgewerkt in artikel 6:108, lid 1 BW. De aansprakelijke verzekeraar kan de verklaring van erfrecht opvragen om te achterhalen of u tot de groep behoort met een vorderingsrecht. Dit in verband met de afwikkeling van de omvang van de schade.
      • O 5.4 Uitreksel bevolkingsregister

        Het uittreksel bevolkingsregister geeft aan waar de overledene en u, als vorderende partij, ten tijde van het ongeval/overlijden woonden, de burgerlijke staat, de datum van vestiging in de gemeente en de geboortedata. Uit dit uittreksel kan blijken of de overledene en u een duurzame huishouding voerden en vanaf wanneer deze duurzame huishouding werd gevoerd. Indien de betrokkene is overleden dan hebben bepaalde personen een vorderingsrecht tot schadevergoeding ex artikel 6:108 BW. Om te beoordelen of u één van die personen bent, heeft de aansprakelijke verzekeraar onder andere het uittreksel van het bevolkingsregister nodig. Vervolgens toetst de aansprakelijke verzekeraar dit uittreksel, en eventueel andere informatie, aan artikel 6.108 BW.
      • O 5.5 Inkomensgegevens van de overledene

        Inkomensgegevens van de overledene blijken onder andere uit:
        • de loonstroken;
        • de jaarrekeningen;
        • de uitkeringsbesluiten;
        • de dividenduitkeringen;
        • de belastingaangiften en
        • de belastingaanslagen.
        Doordat de betrokkene is overleden als gevolg van het ongeval, heeft dit gevolgen voor de bestedingsruimte van de overgebleven gezinsleden. Voor de nabestaanden kunnen minder gelden binnenkomen terwijl bepaalde lasten blijven bestaan en andere lasten wegvallen. De bestedingsruimte is het geldbedrag dat overblijft. De aansprakelijke verzekeraar kan de inkomensgegevens van de overledene opvragen om uw schade te bepalen als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW.
      • O 5.6 Weggevallen Normatieve Uitgaven (WNU)

        Wanneer er een volwassen persoon uit een gezin komt te overlijden, valt er een aantal posten voor de overledene weg. De WNU is een percentage van het netto consumptieve inkomen van de economische eenheid en afhankelijk van de gezinssamenstelling en de hoogte van het consumptieve gezinsinkomen. Het Nibud heeft hier onderzoek naar gedaan en uit de Notitie Denktank blijkt welke posten onder het WNU-percentage vallen. Er is een onderscheid gemaakt tussen uitgaven die onafhankelijk zijn van het inkomen en uitgaven die afhankelijk zijn van het inkomen. De opsomming van de uitgaven/onderdelen luidt als volgt:   Onafhankelijk van het inkomen:
        • Elektriciteit
        • Water
        • Heffingen
        • Basisverzekering en aanvullende verzekering (ziektekosten)
        • Aansprakelijkheidsverzekering
        • Uitvaartverzekering
        • Extra ziektekosten (niet verzekerde ziektekosten en eigen risico)
        Afhankelijk van het inkomen:
        • Mobiele telefoon
        • Lidmaatschappen
        • Vervoer
        • Kleding en schoenen
        • Recreatie (vakantie en uitgaan)
        • Voeding
        • Persoonlijke verzorging
         
        • Bepaling Behoefte nabestaandenVoor de economische eenheid wordt het totaal netto consumptieve inkomen bepaald in de hypothetische situatie zonder overlijden. Van dit inkomen wordt de WNU afgehaald, waardoor de behoefte van het gezin na het overlijden bepaald is.
         
        • Weggevallen Uitgaven (WU)Afhankelijk van de situatie van het betreffende gezin, kan er sprake zijn van overige weggevallen uitgaven, zoals hypotheekrente en/of –aflossing, premie levensverzekering etc.
         
        • Bijkomende Uitgaven (BU)Zoals er weggevallen uitgaven door het overlijden kunnen zijn, is het ook mogelijk dat er bijkomende uitgaven zijn in verband met het overlijden.
        Afhankelijk van de situatie van het betreffende gezin, kan er sprake zijn van bijkomende uitgaven in verband met het overlijden, zoals huishoudelijke hulp, zelfwerkzaamheid, kinderopvang etc.
        • Berekening jaarschades
        De jaarschades worden als volgt berekend: Het netto gezinsinkomen zonder overlijden wordt verminderd met een vastgesteld percentage (WNU), dat afhankelijk is van het aantal gezinsleden en de leeftijd van de kinderen zonder overlijden. Het netto gezinsinkomen met overlijden wordt verhoogd met andere weggevallen uitgaven (WU) en wordt verminderd met bijgekomen uitgaven (BU). Het verschil tussen uitkomst 1 en 2 vormt de jaarschade.
        • Verdeling jaarschades
        De berekende jaarschades zijn die van de economische eenheid, dus van het gezin na overlijden. Indien deze schade verdeeld dient te worden onder de gezinsleden, wordt dit gedaan conform de Nibud-staffel.   De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie  opvragen om uw schade te bepalen als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW.
      • O 5.7 Vervallen

      • O 5.8 Polis(sen) levensverzekering(en)

        Een levensverzekering kan dekking bieden wanneer de verzekerde komt te overlijden. Deze uitkering bestaat veelal uit een eenmalige uitkering van een in de polis vastgelegd bedrag. Regelmatig sluit men bij een hypotheek eveneens een levensverzekering af. Wanneer één van de personen komt te overlijden dan kan de levensverzekering tot uitkering komen. Het bedrag dat dan wordt uitgekeerd kan in mindering worden gebracht op de hypotheeksom. Doordat deze som afneemt, neemt ook de aflossing en/of de te betalen rente af. Hierdoor worden in principe ten opzichte van voor het ongeval ook de lasten minder, hetgeen gevolgen kan hebben voor uw schadeclaim. De aansprakelijke verzekeraar kan de polis(sen) levensverzekering(en) opvragen om uw schade te bepalen als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW.
      • O 5.9 Hypotheekgegevens

        Hypotheekgegevens kunnen bestaan onder andere uit:
        • de hypotheeksom;
        • de hypotheeknemers;
        • de verschuldigde interest en
        • de hypotheekakte.
        Het overlijden van de betrokkene kan gevolgen hebben voor de hypotheeklast en dus de omvang voor de schade. De aansprakelijke verzekeraar kan de hypotheekgegevens opvragen om uw schade als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW te bepalen.
      • O 5.10 Inkomensgegevens nabestaande(n)

        Uw inkomensgegevens blijken onder andere uit:
        • de loonstroken;
        • de jaarrekeningen;
        • de uitkeringsbesluiten;
        • de dividenduitkeringen;
        • de belastingaangiften en
        • de belastingaanslagen.
        Deze inkomensgegevens kunnen voor de aansprakelijke verzekeraar van belang zijn wanneer blijkt dat u een vorderingsrecht heeft ex artikel 6.108 BW. Deze gegevens geven de aansprakelijke verzekeraar inzage in uw behoeftigheid. Voor de aansprakelijke verzekeraar zijn deze gegevens van belang om de omvang van de schade te bepalen voor u als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW. Doordat de betrokkene is overleden als gevolg van het ongeval, kan dit gevolgen hebben voor uw behoeftigheid. Door het ongeval kunnen minder gelden binnenkomen terwijl bepaalde lasten blijven bestaan en andere lasten wegvallen. Het overlijden van de betrokkene kan dus invloed hebben op de bestedingsruimte. De bestedingsruimte is het geldbedrag dat overblijft nadat alle lasten zijn betaald uit de inkomsten. De aansprakelijke verzekeraar kan uw inkomensgegevens opvragen om uw schade te bepalen als vorderingsgerechtigde ex artikel 6:108 BW.

      O 6.0 Zelfstandigen

      • O 6.1 Jaarrekeningen van voor het ongeval

        Een jaarrekening is een overzicht waarin onder andere de bezittingen, de schulden, het eigen vermogen, de winst- en verliesrekening en een toelichting zijn opgenomen. De jaarrekening wordt opgesteld in het belang van de onderneming. Door het ongeval kunt u tijdelijk/blijvend gedeeltelijk/geheel arbeidsongeschikt zijn geraakt. Dit kan tot gevolg hebben dat de situatie in uw verdienvermogen is veranderd. Dit kan tot schade leiden voor u. Wanneer u verlies aan verdienvermogen vordert als schade, afhankelijk van de omvang en duur van de gevorderde schade, kan de aansprakelijke verzekeraar één of meerdere jaarrekeningen opvragen. Aan de hand van de jaarrekeningen probeert de aansprakelijke verzekeraar zich een beeld te vormen van de verandering in uw verdienvermogen.
      • O 6.2: Belastingaangiften van voor het ongeval

        De belastingaangifte is een document waarin bronnen van inkomen zijn opgenomen die hebben geleid tot een belastingheffing voor het ongeval. Winst uit onderneming, inkomsten uit dienstbetrekking, resultaat uit overige werkzaamheden, inkomsten uit aanmerkelijk belang en inkomsten uit vermogen zijn onder andere bronnen die in een belastingaangifte kunnen staan. Door het ongeval kan de situatie in uw verdienvermogen wijzigen. Dit kan leiden tot schade voor u. De verzekeraar vraagt de belastingaangifte(n) van voor het ongeval op om de wijziging in uw verdienvermogen te bepalen. Afhankelijk van de aard en/of duur van de schade kan de verzekeraar één of meerdere belastingaangiften opvragen voor de bepaling van uw verlies aan verdienvermogen. In principe vraagt een aansprakelijke verzekeraar meerdere belastingaangiften op wanneer de schade zich over een langere periode uitspreidt. Er bestaan meerdere soorten belastingaangiften, zoals:
        • de aangifte inkomstenbelasting;
        • de aangifte loonbelasting en
        • de aangifte omzetbelasting.
      • O 6.3: Informatie over rechtsvorm, met relevante contracten (bijv. vennootschapscontract)

        Als ondernemer kunt u uw onderneming uitoefenen in bijvoorbeeld één van de volgende vormen:
        • een eenmanszaak;
        • een besloten vennootschap (BV);
        • een naamloze vennootschap (NV);
        • een vennootschap onder firma (vof);
        • een commanditaire vennootschap en
        • een maatschap.
        De laatste drie rechtsvormen zijn samenwerkingsverbanden met andere natuurlijke persoon en/of rechtspersonen. Vaak zijn de voorwaarden met betrekking tot deze samenwerkingsverbanden schriftelijk vastgelegd in een contract. In de voorwaarden kan onder andere zijn vastgelegd:
        • hoe de winst en/of het verlies wordt verdeeld;
        • wie welke werkzaamheden verricht en
        • wat er gebeurt bij ziekte van één van de ondernemers.
        De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie opvragen voor de beoordeling van de door u gevorderde schade.
      • O 6.4 Informatie arbeidsongeschiktheidsverzekering

        Omdat u als zelfstandige geen beroep kan doen op een sociale regeling bij arbeidsongeschiktheid, hebt u zich wellicht voor eventuele toekomstige gebeurtenissen verzekerd. De arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) is een verzekering die u mogelijk als zelfstandig ondernemer hebt afgesloten. Indien u arbeidsongeschikt raakt, kan dit gevolgen hebben voor uw (financiële) situatie. Voordat u een AOV-uitkering ontvangt, hebt u veelal een wachttijd. Deze wachttijd staat in uw (polis)voorwaarden. Indien u langdurig arbeidsongeschikt dreigt te raken, dient u zich onder andere te melden bij de verzekeringsarts. Deze arts inventariseert uw klachten en beperkingen en stelt hiervan een rapport op (verzekeringsgeneeskundige rapportage). Deze rapportage gebruikt de arbeidsdeskundige om te inventariseren welke werkzaamheden u kunt uitvoeren en binnen welke periode uw belastbaarheid/werkzaamheden kunnen worden uitgebreid, hetgeen wordt bij gehouden in een rapport van de arbeidsdeskundige. De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie onder andere opvragen om:
        • de aard en ernst van uw klachten te inventariseren;
        • uw herstel te volgen;
        • aanvullende begeleiding/ondersteuning aan te bieden betreffende uw onderneming;
        • uw beperkingen in kaart te brengen en
        • de omvang van uw schade te bepalen.
      • O 6.5 Nota's ingehuurde / vervangende krachten of bedrijven (bedrijfsverzorgingsdienst, onderaannemer, etc.)

        Afhankelijk van uw onderneming kunt u door het ongeval genoodzaakt zijn om een derde in te schakelen om werkzaamheden binnen uw onderneming te laten verrichten omdat u dit zelf niet meer kan. U kunt hierbij denken aan onder andere een bedrijfsverzorgingsdienst of een onderaannemer. Deze noodzaak kan bestaan omdat u bijvoorbeeld een melkveebedrijf uitoefent en de koeien moeten worden verzorgd of u hebt als aannemer afgesproken voor een bepaalde datum een bepaald resultaat op te leveren. In dergelijke situaties kunt u een derde inhuren om voor u de werkzaamheden uit te voeren. De kosten die u hiervoor maakt, kunt u als schade vorderen. De verzekeraar zal voor de beoordeling van de gevorderde schade onder andere de nota's opvragen of een schaderegelaar een bezoek aan u laten brengen om de schade in beeld te brengen. Naast het overleggen van nota's vraagt de aansprakelijke verzekeraar ook medische informatie op. Hiermee probeert de aansprakelijke verzekeraar een medische onderbouwing te vinden voor de schade. Voordat u besluit om een derde in te huren voor te verrichten werkzaamheden is het aan te bevelen om dit met de aansprakelijke verzekeraar te overleggen.
      • O 6.6 Bedrijfsinformatie

        Diverse aspecten geven de aansprakelijke verzekeraar een beeld van uw bedrijf/onderneming, zoals:
        • de locatie;
        • het aantaal werkzame personen;
        • het te produceren product;
        • de te leveren dienst;
        • de omzet en
        • de winst.
        Door uw klachten kunt u beperkt zijn in de uitoefening van uw werkzaamheden. Dit kan gevolgen hebben voor uw onderneming en/of winst. De verzekeraar vraagt de informatie op om onder andere te beoordelen welke acties moeten worden ondernomen om u uw werkzaamheden weer te laten verrichten, wie uw werkzaamheden eventueel tijdelijk zou kunnen invullen en welke schade u lijdt.
      • O 6.7 Verslag na bezoek arbeidsdeskundige

        Een arbeidsdeskundige is een deskundige die u begeleidt bij het door u weer geheel/gedeeltelijk zelfstandig uitvoeren van uw werkzaamheden en hoe u daarin moet omgaan met uw klachten. In het rapport legt de arbeidsdeskundige onder andere vast:
        • uw persoonlijke gegevens;
        • de aard van de uit te voeren (eigen) werkzaamheden;
        • het tijdsschema waarin u probeert de werkzaamheden (weer volledig) uit te voeren;
        • uw interesses;
        • de (aanvullende) opleidingen/aanpassingen;
        • uw beperkingen die u in uw werkzaamheden belemmeren en
        • de ontwikkeling van uw persoonlijke situatie.
        Voor de aansprakelijke verzekeraar kunnen de arbeidsdeskundige rapporten van belang zijn in verband met het vaststellen van de schade, het al dan niet inschakelen van andere deskundigen die u kunnen begeleiden bij uw herstel of het oppakken van uw werkzaamheden.
      • O 6.8 Ondernemingsplan

        In dit ondernemingsplan hebt u als ondernemer aandacht besteed aan onder andere:
        • een marktonderzoek;
        • de marktstrategie;
        • de omzet en
        • de te verwachten resultaten.
        Indien u vlak na het starten van uw onderneming een ongeval krijgt en hierdoor niet meer uw rol in de onderneming kan uitoefenen dan kan dit gevolgen hebben voor uw verdienvermogen. Omdat u recent bent gestart bent met uw onderneming, beschikt u waarschijnlijk over weinig cijfermatige gegevens die verlies aan verdienvermogen onderbouwen. Daarom vraagt de aansprakelijke verzekeraar het ondernemingsplan op om inzichtelijk te krijgen wat de verwachtingen zijn van uw onderneming. Dit gebruikt de aansprakelijke verzekeraar om de verandering in uw financiële situatie vast te stellen.
      • O 6.9 Pensioen

        Een ondernemer dient op eigen initiatief een financiële oudedagsvoorziening te treffen. Dit kan bijvoorbeeld in eigen beheer met een gefaciliteerde fiscale oudedagsreserve (FOR) of bij een particuliere verzekeraar via een lijfrente polis. Indien u door het ongeval klachten hebt en u kunt uw werkzaamheden niet meer verrichten dan kan dit gevolgen hebben voor uw financiële situatie. Doordat uw verdienvermogen is afgenomen, kan de opbouw van uw oudedagsvoorziening ook achterblijven vergeleken met uw situatie van voor het ongeval. Om uw pensioenschade in beeld te brengen kan de verzekeraar onder andere de volgende informatie van u opvragen:
        • uw jaarrekeningen;
        • uw aangiften inkomstenbelasting;
        • uw waardeoverzichten en
        • uw polisvoorwaarden.
      • O 6.10 Informatie over lopende contracten / opdrachten

        Als ondernemer kunt u voor het ongeval contracten zijn aangegaan met opdrachtgevers en/of afnemers. Door het ongeval bent u misschien niet meer in staat de werkzaamheden zoals overeengekomen uit te voeren. Dit heeft invloed op uw financiële situatie met schade als gevolg. Indien u schade vordert, kan de aansprakelijke verzekeraar de contracten op vragen om zich een beeld te vormen van de financiële gevolgen.
      • O 6.11 Informatie thuissituatie

        Onder thuissituatie wordt onder andere verstaan:
        • de samenstelling van uw gezin en
        • in en om de woning te verrichten werkzaamheden.
        Het ongeval kan bijvoorbeeld invloed hebben op:
        • de financiële situatie van het gezin en
        • de te verrichten werkzaamheden in en om de woning.
        Vandaar dat de aansprakelijke verzekeraar vaak in dit soort situaties een schaderegelaar de opdracht geeft om aan u een huisbezoek te brengen. De aansprakelijke verzekeraar doet dit om inzichtelijk te krijgen welke gevolgen het ongeval heeft op de financiële situatie voor de personen die met u samenwonen. Wellicht dat de aansprakelijke verzekeraar u ondersteuning kan bieden.
      • O 6.12 Bedrijfseconomisch rapport

        Het bedrijfseconomisch rapport geeft financiële informatie over de ontwikkeling van een bepaalde branche waarin u actief bent. De informatie voor het samenstellen van het bedrijfseconomisch rapport is vrijwillig door diverse bedrijven afgestaan. De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie bij u opvragen om zich een beeld te vormen van uw schade wanneer andere gegevens niet voorhanden zijn.

      O 7.0 Beroepsziektes

      • O 7.1 Datum in- en uitdiensttreding

        Datum indiensttreding is de datum waarop uw dienstverband is ingegaan. De datum uitdiensttreding is de datum waarop uw dienstverband is beëindigd. Deze data zijn van belang om inzichtelijk te krijgen in welke periode u uw klachten hebt ontwikkeld.
      • O 7.2 Functieomschrijving

        Een functieomschrijving beschrijft welke werkzaamheden van u verwacht werden en welke werkzaamheden u hebt uitgevoerd bij uw werkgever. In de functieomschrijving kan onder andere aandacht worden besteed aan:
        • de inhoud van de functie;
        • de daarbij behorende competenties en eisen;
        • welke werkzaamheden u gaat uit voeren en
        • de hulpmiddelen waarmee u die werkzaamheden gaat uitvoeren.
        De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie opvragen om na te gaan in hoeverre uw werkzaamheden hebben bijgedrage aan de door u geuite klachten. Het opvragen van de functieomschrijving kan onder andere dienen:
        • om het verband tussen de werkzaamheden en klachten duidelijk te krijgen;
        • voor de beoordeling van opzet/grove schuld en
        • voor de beoordeling of u bevoegd was om de werkzaamheden uit te voeren.
      • O 7.3 Omschrijving werkzaamheden: aard, duur, frequentie

        De omschrijving van de werkzaamheden geeft onder andere aan:
        • welke werkzaamheden u hebt verricht;
        • hoe lang u deze werkzaamheden hebt verricht in die periode en
        • hoe vaak u de werkzaamheden hebt verricht gedurende een periode.
        Voor de aansprakelijke verzekeraar is de informatie nodig om te bepalen of de door u uitgevoerde werkzaamheden een oorzaak kunnen zijn van de door u geuite klachten.
      • O 7.4 Werkplekomschrijving

        Een werkplekomschrijving is een omschrijving waarin onder andere wordt aangegeven onder welke omstandigheden de werkzaamheden werden uitgevoerd (bijv. beveiligingsmaatregelen, bureau’s, stoelen, beveiligingsglas, brandblusapparaten). Al dit soort aspecten kunnen van belang zijn voor de aansprakelijke verzekeraar om de aansprakelijkheid te beoordelen. Daarnaast kan worden nagegaan in hoeverre de werkplaats voldeed aan de Arbo-eisen. In principe is de werkplekomschrijving terug te vinden in de Arbo-rapportage of een risico-inventarisatie.
      • O 7.5 Arbeidshistorie: werkgevers, duur dienstverband, werkzaamheden, werkplekomschrijving

        De arbeidshistorie is een door u samengesteld overzicht waarin u aandacht besteed aan onder andere de volgende onderwerpen:
        • werkgevers, bij welke organisatie en opdrachtgever u werkzaamheden hebt verricht of een odpracht hebt uitgevoerd;
        • de duur van het dienstverband, gedurende welke periode u die werkzaamheden hebt verricht;
        • de aard van de werkzaamheden, welke werkzaamheden van u verwacht werden en welke werkzaamheden u daadwerkelijk hebt verricht en
        • een werkplekomschrijving, onder welke omstandigheden u die werkzaamheden hebt verricht (beschermingsmaatregelen, aanwezige hulpmiddelen of instructies).
        Voor de aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie van belang zijn om de oorzaak van de door u geuite klachten te achterhalen in verband met de beoordeling van de aansprakelijkheid.
      • O 7.6 Vrijetijdsbesteding: aard en omschrijving

        Het is mogelijk dat u tijdens uw vrijetijdsbesteding uw klachten hebt ontwikkeld. Zo kan bijvoorbeeld uw vrijetijdsbesteding zijn:
        • schilderen;
        • klussen in en rond het huis;
        • sporten;
        • vrijwilligerswerk en
        • computeren.
        Een duidelijke omschrijving van de aard van uw vrijetijdsbesteding en de frequentie hiervan kunnen de aansprakelijke verzekeraar informatie geven over de invloed van uw vrijetijdsbesteding op de door u geuite klachten.
      • O 7.7 RSI (Repetitive Strain Injury)

        RSI is het overkoepelend begrip voor spierklachten die kunnen ontstaan naar aanleiding van herhalende werkzaamheden van lichte aard. Om te bepalen in hoeverre uw klachten een gevolg zijn van de door u uitgevoerde werkzaamheden bij uw werkgever zijn verschillende onderwerpen van belang voor de aansprakelijke verzekeraar, zoals:
        • de aard van het gebruik, hebben de werkzaamheden of activiteiten betrekking op het werk in dienstverband of op privé activiteiten;
        • de aard van het (thuis/over)werk, welke werkzaamheden verricht u zoal gedurende het (thuis/over)werk;
        • de regelmaat van het (thuis/over)werk, hoe vaak werkt u (thuis/over);
        • de duur van het (thuis/over)werk, hoe lang werkt u gemiddeld, (thuis/over);
        • de inrichting van de werkplek, hoe ziet uw werkplek er uit en over welke faciliteiten beschikt u om uw werkzaamheden uit te voeren;
        • de regelmaat van het computergebruik, hoe vaak gebruikt u de computer tijdens het (thuis/over)werk;
        • de duur van het computergebruik, hoe lang gebruikt u de computer tijdens het (thuis/over0werk;
        • het privégebruik van de (spel)computer, gebruikt u de computer ook privé en
        • de inrichting computerplek, hoe ziet uw computerplek thuis er uit.
        De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie zowel vragen met betrekking tot uw werk- als uw privésituatie, indien het erop lijkt dat u in één van beide situaties de klachten zou kunnen hebben ontwikkeld.
      • O 7.8 Mesothelioom

        Blootstelling aan onder andere asbestvezels of erioniet kan longvlies- dan wel buikvlieskanker veroorzaken. Om te bepalen in hoeverre uw klachten een gevolg zijn van de door u uitgevoerde werkzaamheden bij uw werkgever zijn verschillende onderwerpen van belang voor de aansprakelijke verzekeraar, zoals:
        • wijze van blootstelling, op welke manier bent u in contact geweest met de stof/het product;
        • mate van blootstelling, met welke hoeveelheden/aantallen bent u in contact geweest van de stof/het product;
        • regelmaat van blootstelling, hoe vaak bent u in contact geweest met de stof/het product;
        • duur, hoe lang is de periode geweest dat u in contact bent geweest met de stof/het product;
        • tijd, wanneer bent u in contact geweest met de stof/het product?
        • stoffen en producten, met welke stoffen/producten bent u in contact geweest;
        • beschermingsmiddelen, welke maatregelen zijn destijds getroffen om u te beschermen tegen de stof/het product en
        • privégebruik, bent u buiten uw werkperiode in contact geweest met de stof/het product?
        De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie zowel vragen met betrekking tot uw werk- als uw privésituatie, indien het erop lijkt dat u in één van beide situaties de klachten zou kunnen hebben ontwikkeld. De aansprakelijk verzekeraar heeft deze informatie nodig om te beoordelen wat de oorzaak is van uw klachten en wie daarvoor aansprakelijk is. Wanneer u meer informatie wilt hebben over Mesothelioom dan verwijzen wij u door naar het asbestinstituut: www.asbestslachtoffers.nl.
      • O 7.9 OPS (Organisch Psychosyndroom), schildersziekte

        OPS (Organisch Psychosyndroom) staat bekend als de schildersziekte. Deze ziekte kan ontstaan doordat onder andere één van de volgende stoffen, terpetine, hexaan, tinner, wasbenzine, ether, alcohol en/of benzeen zich door de huid heen of via inademing in het lichaam is gekomen. Om te bepalen in hoeverre uw klachten een gevolg zijn van de door u uitgevoerde werkzaamheden bij uw werkgever zijn verschillende onderwerpen van belang voor de aansprakelijke verzekeraar. De volgende onderwerpen zijn onder andere van belang voor de beoordeling van de aansprakelijkheid:
        • de wijze van blootstelling, op welke manier bent u in contact geweest met de stof/het product;
        • de mate van blootstelling, met welke hoeveelheden/aantallen bent u in contact geweest van de stof/het product;
        • de regelmaat van blootstelling, hoe vaak bent u in contact geweest met de stof/het product;
        • de duur, hoe lang is de periode geweest dat u in contact bent geweest met de stof/het product;
        • de tijd, wanneer bent u in contact geweest met de stof/het product;
        • de stoffen en producten, met welke stoffen/producten bent u in contact geweest;
        • de beschermingsmiddelen, welke maatregelen zijn destijds getroffen om u te beschermen tegen de stof/het product en
        • het privégebruik, bent u buiten uw werkperiode in contact geweest met de stof/het product?
        De aansprakelijke verzekeraar kan deze informatie zowel vragen met betrekking tot uw werk- als uw privésituatie, indien het erop lijkt dat u in één van beide situaties de klachten zou kunnen hebben ontwikkeld. De aansprakelijk verzekeraar heeft deze informatie nodig om te beoordelen wat de oorzaak is van uw klachten en wie daarvoor aansprakelijk is.