Licht letsel inclusief smartengeld

De Richtlijn is opgesteld om te zorgen voor een efficiënte en slachtoffervriendelijke afwikkeling van schades met licht letsel.

De Letselschade Richtlijn Licht Letsel inclusief Smartengeld is in het bijzonder nuttig voor slachtoffers die zich niet laten bijstaan door een belangenbehartiger. De richtlijn bevat enkele duidelijke definities en voorziet in toereikende voorschotten voor het slachtoffer.

Belangrijk is dat de verzekeraar van het slachtoffer geen finale kwijting verlangt. Als er nog geen zicht is op de ernst van het letsel, is het mogelijk de richtlijn voorlopig toe te passen.

Wat is licht letsel?

Van ‘licht letsel’ is sprake als:

  1. Het letsel binnen zes maanden restloos geneest (met uitzondering van niet ontsierende littekens) en er geen complicaties optreden, en;
  2. Het letsel niet of maximaal voor een periode van drie maanden tot beperkingen voor het verrichten van arbeid of beperkingen voor het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden en/of zelfwerkzaamheid leidt, en;
  3. Er na 6 maanden geen verdere medische behandelingen of controles nodig zijn.

Bij licht letsel moet u denken aan:

  • Wonden, waarbij geen zenuwen zijn geraakt en die eventueel door de huisarts of poliklinisch kunnen worden behandeld
  • Brandwonden van 1e graad (roodheid) of 2e graad (blaarvorming)
  • Kneuzingen (blauwe plekken) en verzwikkingen (enkel)
  • Eenvoudige botbreuken, dat wil zeggen breuken die niet doorlopen in een gewricht, geen botten door de huid heen, geen schade aan bloedvaten en zenuwen, geen verbrijzeling van bot
  • Nierkneuzing, miltscheur, klaplong
  • Schade aan het gebit dat met maximaal drie tandheelkundige behandelingen is te herstellen.

Veelgestelde vragen

Is er bij het bepalen van de smartengeldbedragen rekening gehouden met “de Rotterdamse Schaal”?”

Antwoord:

Bij het bepalen van de factoren en de bedragen zijn uitspraken, gepubliceerd in het Smartengeldboek van ANWB/Verkeersrecht, Den Haag, 29e druk, 2024 geraadpleegd. Er is daarnaast kennisgenomen van het onderzoek dat door onderzoekers van de Erasmus School of Law in opdracht van de Raad voor de rechtspraak en gefinancierd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid is gedaan. Dit onderzoek staat bekend als “De Rotterdamse Schaal” consultatieversie september 2024. De Rotterdamse Schaal is niet bepalend geweest”.