Een sterfgeval heeft een grote impact op de nabestaanden. Dit geldt te meer als een geliefde overlijdt door handelen waarvoor een derde aansprakelijk is.
De schadeafwikkeling mag het verwerkingsproces niet onnodig hinderen. Een Denktank heeft in 2014 met medewerking van De Letselschade Raad een model voor de berekening van overlijdensschade ontwikkeld. Het Rekenmodel draagt bij aan een snelle afwikkeling van overlijdensschade en aan transparantie voor nabestaanden in dit proces.
De Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade vormt een geheel met de Notitie van de Denktank Overlijdensschade en de rapportages van het Nibud van juli 2014 en 2019. In deze stukken staat de nadere toelichting op het Rekenmodel, informatie voor de berekening van overlijdensschade en tabellen van het Nibud.
Versie 2020
Na de inwerkingtreding van De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade 2015, die alleen voorzag in een rekenmethodiek voor traditionele gezinnen, heeft de Denktank 2.0, onder supervisie van de Letselschade Raad, in mei 2019 een aantal vragen aan het NIBUD voorgelegd.
Er is door het NIBUD onderzoek gedaan naar:
- Gezinnen met twee volwassenen, waarbij beide volwassenen overlijden
- Eenoudergezinnen, waarbij de volwassene overlijdt
- Co-ouderschapsituaties, waarbij één van de twee volwassenen overlijdt
Daarbij diende
- De eenvoud van het rekenmodel/ De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade gehandhaafd te blijven
- Het WNU-percentage voor de desbetreffende situatie verdedigbaar, begrijpelijk en verklaarbaar te zijn
Zoals voor alle richtlijnen is afgesproken is De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade tijdens voornoemd onderzoek van het NIBUD geëvalueerd en gereviseerd/geïndexeerd:
- Percentages WNU twee-ouder gezinnen
- Sterftekansen bij de kapitalisatie
De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade levert naar de overtuiging van De Letselschade Raad een bijdrage aan meer rechtszekerheid van nabestaanden.
Achtergrondinformatie
Uit de media
Gezin als economische eenheid
Het Rekenmodel Overlijdensschade gaat uit van het gezin als economische eenheid. De achtergeblevenen moeten na het ongeval hun levensstandaard van vóór het ongeval kunnen voortzetten. De besparing van kosten door het wegvallen van de overledene wordt op objectieve wijze vastgesteld, waarbij ruimte blijft voor het aanpassen van de berekening aan individuele omstandigheden.
Breed draagvlak
De Denktank Overlijdensschade was breed samengesteld. Vertegenwoordigers van belangenbehartigers van nabestaanden, verzekeraars, de wetenschap, de rechtelijke macht en de Werkgroep Normering van De Letselschade Raad hebben een bijdrage geleverd.
De Denktank heeft bovendien gebruik gemaakt van de input uit diverse consultatierondes en expertmeetings. Alle betrokken professionals hebben zodoende gelegenheid gehad mee te denken.