Hieronder staat per Richtlijn een algemene instructie hoe deze geïndiceerd moet worden.
Richtlijn | Indexeringsgrondslag | Voorwaarde voor indexering |
Ziekenhuis-/revalidatiedaggeld vergoeding | Consumentenprijsindexcijfer CBS | Stijging minimaal 5% t.o.v. laatste wijziging |
Studievertraging | Loonindexcijfer CBS | Jaarlijks aanpassen, ongeacht stijgingspercentage |
Huishoudelijke Hulp | Wettelijk minimumloon (per januari 2025). Voorheen het loonindexcijfer | Stijging minimaal 5% t.o.v. laatste wijziging |
Zelfwerkzaamheid | Loonindexcijfer CBS | Stijging minimaal 5% t.o.v. laatste wijziging |
Licht Letsel |
Smartengeldboek ANWB Consumentenprijsindexcijfer CBS |
Eens per 5 jaar, bij verschijnen nieuwe druk Stijging minimaal 5% t.o.v. laatste wijziging |
Kilometervergoeding | ANWB | Stijging variabele kosten minimaal 6,25% t.o.v. laatste wijziging |
Standaardafrondingsmethode in richtlijnen van DLR:
- De normbedragen in de richtlijnen van De Letselschade Raad worden na indexatie afgerond op hele euro’s, dat wil zeggen het veelvoud van € 1,- dat het dichtst bij het geïndexeerde bedrag ligt.
- NB: Afwijkingen van deze standaardafrondingsmethode staan expliciet in de betreffende richtlijn vermeld.
De Letselschade Definitie Verhoogde Economische Kwetsbaarheid bevat geen normbedragen en komt daarom niet voor indexering in aanmerking.
Het “Historisch Overzicht” van De Letselschade Raad bevat een inhoudelijk overzicht van alle wijzigingen van de normbedragen per Richtlijn.
Wat is indexeren?
Indexering is het aanpassen van geldbedragen aan een indexcijfer. Zo worden de richtlijnen Ziekenhuis-/revalidatiedaggeldvergoeding en Licht letsel aangepast aan de inflatie, zodat het reële bedrag gelijk blijft, d.w.z. dezelfde (gemiddelde) koopkracht blijft vertegenwoordigen. De inflatie wordt afgemeten aan de consumentenprijsindex (CPI). Dit is een gewogen gemiddelde prijsindexcijfer van het gemiddelde huishouden.
Waarom indexeren?
De normbedragen van de richtlijnen zijn bij de totstandkoming vastgesteld op het prijspeil van de lonen en kosten op dat moment. Jaarlijks wijzigen de lonen en kosten. Door middel van indexatie worden de normbedragen op het actuele prijspeil gebracht.
Waarom hanteert de Permanente Commissie Normering deze methode van indexeren?
Voor de methode van indexeren is ervoor gekozen een drempel in te bouwen. Hiermee wordt voorkomen dat de normbedragen jaarlijks (zeer gering) wijzigen. Deze drempel bedraagt 5% ten opzichte van de laatst uitgevoerde wijziging (indexatie) van het normbedrag.
Een uitzondering hierop betreft de richtlijn Studievertraging. Deze wordt wel jaarlijks geïndexeerd op basis van het loonindexcijfer van het CBS.
Waarom wordt gebruik gemaakt van het CPI en het Loon-indexcijfer?
De normbedragen voor de richtlijnen Ziekenhuis-/revalidatiedaggeldvergoeding en Licht letsel hebben betrekking op kosten en de geldwaarde. Voor deze richtlijnen is daarom de inflatie op basis de consumentenprijsindex (CPI) maatgevend voor indexering.
De normbedragen voor de richtlijnen Zelfwerkzaamheid en Studievertraging hebben betrekking op salarissen cq. loonkosten. Voor deze richtlijnen wordt daarom voor indexeren aansluiting gezocht bij de cao-loonindex. De cao-loonindex wordt maandelijks vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en omvat het samengestelde (gewogen) gemiddelde van alle algemene salarisaanpassingen in alle cao’s die in Nederland worden afgesloten.
Zijn de bedragen die de Permanente Commissie Normering in de richtlijn opneemt netto- of bruto bedragen?
Letselschadevergoedingen zijn in principe netto bedragen. Hiervoor wordt in de vaststellingsovereenkomst een belastinggarantie gegeven voor de inkomstenbelasting in box 1. Ook de normbedragen in de richtlijnen betreffen ‘netto-bedragen’.
Waarom kent de Richtlijn Licht letsel inclusief smartengeld 2023 een forse verhoging?
De normbedragen voor de richtlijnen Licht letsel hebben betrekking op kosten en de geldwaarde. Voor deze richtlijnen is daarom de inflatie op basis de consumentenprijsindex (CPI) maatgevend voor indexering. Op 1 januari 2022 zijn de normbedragen voor het laatst verhoogd. De CPI over 2022 bedroeg 9,9% (voorlopig cijfer begin december 2022). Dit is hoger dan de voorwaarde van 5%. Op 1 januari 2023 zijn de normbedragen daarom verhoogd. Hierbij wordt opgemerkt dat de normbedragen worden afgerond op € 25, –.
Gelden de nieuwe bedragen voor de Richtlijn Licht Letsel voor schademeldingen na 1-1-2023 of ook in al lopende zaken?
De richtlijn geldt op het moment dat de schade zich voordoet. Het moment (lees: schadejaar) van toekenning is bepalend welk normbedrag van toepassing is. Het op dat moment geldende prijspeil is leidend.
Dit geldt voor alle normbedragen die in de richtlijnen worden vermeld.
Voorbeeld: als het verlies van zelfwerkzaamheid voor het jaar 2021 moet worden meegenomen, dan geldt het normbedrag zoals dat in dat jaar van toepassing is. Voor nu en de toekomstige jaren gelden de actuele normbedragen. Bij het kapitaliseren van de toekomstige schade wordt het normbedrag “onder water” jaarlijks geïndexeerd op basis van de gehanteerde inflatie in de rekenrente.
Waarom is de Richtlijn Huishoudelijke Hulp gekoppeld aan het wettelijk minimumloon?
Voor de richtlijn Huishoudelijke hulp heeft in 2024 de Permanente Commissie Normering besloten om de indexatie van de normbedragen voor huishoudelijke hulp te koppelen aan de (halfjaarlijkse) aanpassing van het wettelijk minimumloon.
De Permanente Commissie Normering heeft zich de vraag gesteld of er aansluiting bij een CAO gezocht moest worden en daar ontkennend op beslist. Er worden aan een mantelzorger waarvoor deze richtlijn is bedoeld (vaak familie, vrienden, kennissen, etc.)
geen eisen gesteld, terwijl die aan professionele zorgverleners wel worden gesteld. Te denken valt aan het leveren van kwalitatief goede zorg en het waarborgen van de juiste kwalificaties, waarbij een bijbehorend loon hoort. Er is ook geen concurrentie met professionele aanbieders vanwege het werken onder de kostprijs.
Het berekenen van een netto-inkomen vanuit een bruto-inkomen is niet eenduidig, omdat dit afhankelijk is van verschillende variabelen. Factoren zoals de persoonlijke situatie (bijvoorbeeld het recht op heffingskortingen), het tijdvak van de berekening, en het aantal
gewerkte uren spelen hierbij een belangrijke rol.
Bij het vaststellen van de netto equivalent van het bruto minimumloon wordt deels rekening gehouden met de algemene heffingskorting en de arbeidskorting door uit te gaan van de
gemiddelde belastingdruk voor huishoudens.
Jaarlijks vindt toetsing plaats of op basis van de gemiddelde belastingdruk het netto minimumloon in overeenstemming is met het mantelzorg tarief. De voorwaarde voor wijziging van de normbedragen is gesteld op een stijging van minimaal 5% ten opzichte van de laatste
wijziging.