Vergoeding van de schade

Als een ander aansprakelijk is voor het ongeval, is deze verplicht uw schade te betalen. U kunt alleen de schade vorderen die een direct gevolg is van het ongeval. De meeste mensen hebben een aansprakelijkheidsverzekering. Waarschijnlijk krijgt u dus te maken met de aansprakelijkheidsverzekeraar van de veroorzaker.

Gedragsregel 7 van de Gedragscode Behandeling Letselschade zegt over de vergoeding van schade:

Binnen 14 dagen uitkeren
De verzekeraar keert aan de benadeelde de schade uit die is verschenen en door haar is erkend, dan wel tussen partijen definitief is vastgesteld. Dit gebeurt binnen 14 dagen na de erkenning of de definitieve vaststelling.

Voorschotten

U ontvangt voorschotten indien u niet binnen drie maanden volledig van het ongeval bent hersteld. In dat geval moet de verzekeraar de tussentijds geleden en door haar erkende schade regelmatig vergoeden. De verzekeraar doet dat door tijdig voorschotten uit te betalen. Zolang er discussie is over de precieze hoogte van de schade, stelt de verzekeraar een voorschot beschikbaar dat zij redelijk vindt en in elk geval wil betalen.

Het komt voor dat mensen een schriftelijke machtiging afgeven om de betalingen over te maken op de derdenrekening van hun belangenbehartiger. De verzekeraar informeert u dan over de hoogte van de (voorschot)betalingen aan de belangenbehartiger. De belangenbehartiger behoort de schadevergoeding zo spoedig mogelijk aan u over te maken. Hij of zij mag het eigen honorarium alleen met uw schriftelijke toestemming inhouden op de betaling.

Uw belangenbehartiger behoort u gedurende de behandeling van de zaak steeds te informeren over de schadevergoeding en de uitsplitsing in (im)materiële schade en buitengerechtelijke kosten.

Eindafwikkeling

Uw schadevergoeding kan in principe pas definitief worden geregeld als het letsel is genezen of verder herstel niet meer mogelijk is. Dan is er sprake van een medische eindtoestand.

Vanzelfsprekend worden voorschotten in mindering gebracht op de definitieve schadevergoeding. De aansprakelijkheidsverzekeraar betaalt rechtstreeks aan u, ook als u een belangenbehartiger heeft.

Bij de eindafwikkeling meldt de verzekeraar u de hoogte van de totale schadevergoeding. Zij geeft de buitengerechtelijke kosten (het honorarium voor uw belangenbehartiger) apart aan.

Vaststellingsovereenkomst

Aan het einde van de schaderegeling volgt vaak een vaststellingsovereenkomst (VSO). Hierin staan de afspraken tussen u en de verzekeraar van de veroorzaker, waaronder uw uiteindelijke schadevergoeding. Bij eenvoudige schades is een mondelinge vaststellingsovereenkomst voldoende. Zit het wat ingewikkelder in elkaar, dan is het beter om de afspraken op papier te zetten.

Het slachtoffer is minderjarig

Als het slachtoffer minderjarig is, moet één van de ouders of de voogd de schaderegeling voor akkoord ondertekenen. Een kind ouder dan 12 jaar moet mede ondertekenen. In de regel is eerst toestemming van de kantonrechter nodig. U geeft de kantonrechter informatie over de aard van het letsel van het kind, de gevolgen hiervan en de aangeboden schadevergoeding. De rechter bepaalt of de hoogte van de schadevergoeding toereikend is.

De schadevergoeding moet vervolgens op een geblokkeerde spaarrekening met BEM-clausule worden gestort. Toestemming van de kantonrechter is nodig om geld van deze rekening te halen. U moet dan aantonen dat het geld nodig is voor de minderjarige. Alleen de rente over het bedrag kan worden opgenomen. Wanneer het kind meerderjarig is, krijgt hij of zij de vrije beschikking over het geld.

Kosten van een belangenbehartiger

In de Nederlandse wet is geregeld dat alle schade als gevolg van een ongeval op de veroorzaker kan worden verhaald. De kosten voor juridische bijstand, de zogenaamde buitengerechtelijke kosten, vallen hier ook onder. Dus als er een ander aansprakelijk is voor het ongeval, dan krijgt u de redelijke kosten van een belangenbehartiger vergoed. Bij gedeeltelijke aansprakelijkheid krijgt u slechts een deel van de kosten vergoed.

Vaststellingsovereenkomst zonder voorbehoud

Stel dat het ongeval heeft geleid tot blijvende beperkingen van lichaam of geest. In dat geval zal de betalende verzekeraar een vaststellingsovereenkomst willen opstellen. Daarin staan alle afspraken, bijvoorbeeld over het schadebedrag en de kosten van uw belangenbehartiger.

Ook bevat de overeenkomst een tekst waaruit blijkt dat u en de verzekeraar het dossier als volledig en definitief afgewikkeld beschouwen. Dit heet finale kwijting. U kunt dan niet meer op de zaak terugkomen ook al verslechtert uw situatie in de loop der jaren.

Nadat beide partijen deze vaststellingsovereenkomst hebben ondertekend, volgt de afgesproken slotuitkering.

Vaststellingsovereenkomst met voorbehoud

Soms is het beter uw dossier niet definitief af te sluiten. Wellicht zijn er aanwijzingen dat uw letsel in de toekomst kan verergeren. In dat geval is het verstandig een voorbehoud in de vaststellingsovereenkomst op te nemen. Wij adviseren u hierover tijdig advies en hulp van een belangenbehartiger te vragen.

Als uw letsel inderdaad verergert, kunt u een beroep doen op het voorbehoud. Gemakkelijk is dat overigens niet. U moet namelijk bewijzen dat de verergering daadwerkelijk is terug te voeren naar het (letsel van het) ongeval. Dat kan lastig zijn.

Geen overeenstemming?

Soms bereiken partijen geen overeenstemming. U en de aansprakelijke partij verschillen van mening. In dat geval hebt u diverse mogelijkheden. Denk aan een second opinion, een gesprek met de aansprakelijkheidsverzekeraar of inschakeling van een mediator.

U kunt het Bemiddelingsloket van De Letselschade Raad benaderen voor advies. Lukt het echt niet om een oplossing te vinden, dan kunt u de zaak voorleggen aan de rechter. Meestal moet u daarvoor een advocaat inschakelen.