Smartengeld, affectie- en shockschade

Bij vergoeding van schade kunt u denken aan twee typen schade. Materiële schade is schade die direct in geld is uit te drukken. Smartengeld en shockschade zijn vormen van immateriële schade.

Smartengeld

Het begrip smartengeld roept veel misverstanden op. Sommige mensen denken aan torenhoge vergoedingen. In Nederland is smartengeld niet meer dan een zekere compensatie voor uw pijn, verdriet en verlies van levensvreugde. Alleen bij zeer ernstig blijvend letsel, zoals bij invaliditeit of verminking voor de rest van het leven, kan het smartengeld wat oplopen.

Ook als uw letsel na behandeling geheel geneest, kunt u in aanmerking komen voor smartengeld.

U komt ook voor smartengeld in aanmerking als u door een ongeval licht letsel heeft opgelopen. Van licht letsel is sprake als u naar verwachting binnen 6 maanden zonder resterende klachten zult herstellen. In De Letselschade Richtlijn Licht Letsel inclusief Smartengeld vindt u een richtlijn voor de hoogte van uw smartengeld.  

Omvang schade moeilijk te schatten

De hoogte van het smartengeld hangt af van de omvang van uw letsel. Gekeken wordt naar de ernst van de (blijvende) beperkingen. Wat zijn de gevolgen daarvan voor uw leven? Wat betekent het voor uw welbevinden? U snapt dat dit niet eenvoudig te bepalen is.

Vaak wordt gekeken naar vergelijkbare gevallen. Hoeveel smartengeld heeft de rechter toen toegewezen? De ‘Smartengeldgids’ van de ANWB is een bundeling van rechterlijke uitspraken. Krijgt u een aanbod ter regeling van het smartengeld? Vraag dan om de relevante uitspraken uit de ‘Smartengeldgids’. Zo ziet u welke bestaande uitspraken de verzekeraar als voorbeeld heeft genomen om uw smartengeld te bepalen. 

Het is moeilijk om zelf het smartengeld te regelen of een aanbod te beoordelen. Uw belangenbehartiger zal u adviseren over een passende schadevergoeding. Daarnaast is ook het smartengeld een kwestie van onderhandeling. Andere posten spelen daarbij eveneens een rol.

 

Shockschade

Shockschade (of schrikschade) is iemand niet zelf gewond geraakt, maar wel op schokkende wijze geconfronteerd met de gruwelijke gevolgen van een ongeval, ter plekke of direct daarna. Een moeder ziet bijvoorbeeld hoe haar eigen kind wordt overreden. In zo’n geval kan iemand in aanmerking komen voor een schadevergoeding. Voorwaarde is dat een psychiater deze shockschade aanmerkt als een psychiatrisch ziektebeeld.

De shockschade bestaat uit materiële schade (gemaakte kosten of verlies van inkomen) plus een bedrag aan smartengeld.

De shockschade is dus duidelijk iets anders dan smartengeld voor naasten voor het lijden door ernstig letsel of het verlies van een dierbare. Shockschade is wel lastig aan te tonen.

Affectieschade

Sinds 1 januari 2019 kunnen nabestaanden en naasten van een slachtoffer met ernstig en blijvend letsel als gevolg van bijvoorbeeld een verkeersongeluk, medische fout, bedrijfsongeval of geweldsmisdrijf, een vergoeding krijgen voor het leed en de pijn, die zij ervaren als gevolg van de gebeurtenis. Deze vorm van smartengeld heet affectieschade.

Vergoeding van affectieschade kan het verdriet van de partner van het slachtoffer, zijn/haar kinderen en de ouders niet wegnemen, maar biedt hopelijk wel erkenning en genoegdoening en helpt bij de verwerking.

Met deze wet komt de regering tegemoet aan de behoefte van nabestaanden en naasten aan aandacht voor de emotionele gevolgen van een ongeval. Een vergoeding van affectieschade ligt tussen de 12.500 en 20.000 euro, te betalen door de partij die aansprakelijk is voor het ongeval. Door te variëren in categorieën en in de omvang van de vergoeding, houdt het systeem rekening met de persoonlijke omstandigheden van nabestaanden en naasten.

Om te beoordelen of u in aanmerking komt voor een vergoeding van affectieschade, kunt u het beste contact opnemen met een deskundige belangenbehartiger. Hoe een deskundige belangenbehartiger kunt vinden, leest u hier.