Verjaring en termijnen

Een schadeclaim moet binnen bepaalde termijnen worden ingediend. In het Burgerlijk Wetboek geldt een algemene verjaringstermijn van vijf jaar. Bij de schade als gevolg van een ongeval met een motorrijtuig geldt een kortere verjaringstermijn van drie jaar. Als u de schade wilt claimen via de WAM-verzekering, moet dat binnen de termijn van drie jaar gebeuren.

Verjaringstermijnen staan vast. In het algemeen kunt u niet van deze termijnen afwijken. Heeft u vragen over verjaringstermijnen of dreigt de termijn in uw zaak te verlopen? Roep dan de hulp in van een belangenbehartiger.

De eerste verjaringstermijn is drie jaar na het ongeval waarbij de schade is veroorzaakt door een motorrijtuig. Gedurende drie jaar kunt u de verzekering van de auto (of motor, bromfiets of elektrische fiets) rechtstreeks aansprakelijk stellen. Daarna wordt het veel ingewikkelder.

De tweede verjaringstermijn is vijf jaar na het ongeval. In de regel vervallen daarna uw rechten op schadevergoeding.

Ook tijdens en zelfs na de schaderegeling heeft u te maken met termijnen. Verjaring is een ingewikkeld juridisch vraagstuk. Vooral is het belangrijk de verjaring op de juiste wijze te ‘stuiten’, dat wil zeggen: voorkomen dat de verjaringstermijn afloopt. Ondersteuning door een professionele belangenbehartiger is daarbij onontbeerlijk.

Schade in de toekomst

Verwacht u in de toekomst nog schade te gaan lijden door het ongeval? Dan doet u er verstandig aan iedere drie jaar een aangetekende brief te sturen aan de betalende verzekeraar. In die brief schrijft u dat u de verjaring van uw schadeclaim stuit, dat wil zeggen: een halt toeroept. Wij adviseren u met vragen over verjaring altijd advies in te winnen bij een deskundige belangenbehartiger. Dit om teleurstellingen achteraf te voorkomen.